School niet aansprakelijk voor mishandeling leerling: zorgplicht niet geschonden

Rechtbank Noord-Holland, 14 mei 2025

Een brugklasleerling werd op 16 november 2022 mishandeld door een ouderejaars op het schoolterrein. De ouders stelden de school aansprakelijk wegens onvoldoende toezicht en nazorg. De rechtbank oordeelde dat de school aan haar zorgplicht heeft voldaan: er was cameratoezicht, geen voorafgaande signalen van escalatie, en passende maatregelen na het incident. De zorgplicht is een inspanningsverplichting, geen resultaatsverplichting. Er is daarom geen sprake van een onrechtmatige daad.

(1) Verklaring voor recht dat de school aansprakelijk is op grond van art. 6:162 BW voor de schade voortvloeiend uit de mishandeling en onvoldoende nazorg;

De rechtbank oordeelt dat de school niet onrechtmatig heeft gehandeld en haar zorgplicht jegens verzoekster niet heeft geschonden. Daarbij overweegt de rechtbank:

  • De school had geen concrete aanleiding of waarschuwing dat er een verhoogd risico bestond op een geweldsincident tussen verzoekster en de medeleerling die haar mishandelde.

  • Het feit dat het incident plaatsvond op een moment zonder fysiek toezicht (na schooltijd in de fietsenstalling) betekent nog niet dat de school tekort is geschoten, mede gezien de aanwezigheid van cameratoezicht en het ontbreken van signalen van escalatie.

  • De school heeft adequaat gereageerd na het incident: gesprekken met ouders, sancties aan betrokken leerlingen, brieven naar ouders, en overleg over ondersteuning.

  • De zorgplicht van een school is een inspanningsverplichting (geen resultaatsverplichting), en het is vrijwel onmogelijk om elk geweldsincident volledig te voorkomen.

  • Wat betreft nazorg: hoewel er dingen beter hadden gekund, zoals door de school zelf erkend, is dit onvoldoende om te concluderen dat er sprake was van een juridische tekortkoming of een onrechtmatige daad.

(2) Veroordeling van de school in de proceskosten (ook bij afwijzing van het verzoek onder a).

De gevorderde kosten van €5.566,- inclusief btw worden als redelijk beoordeeld; er is geen bezwaar tegen het gehanteerde uurtarief en de bestede tijd wordt geaccepteerd. Het betaalde griffierecht van €320,- wordt eveneens meegenomen in de begroting.

De rechtbank begroot de kosten, maar wijst geen veroordeling tot betaling aan de school toe. De school hoeft deze kosten dus niet te betalen, tenzij in een toekomstig traject alsnog aansprakelijkheid komt vast te staan.

Kosten

afgewezen

Resultaat

afgewezen