Fietser valt over kabelbrug; bouwbedrijf had niet hoeven waarschuwen
In deze zaak wordt verzocht om de aansprakelijkheid vast te stellen. Verzoeker is met zijn fiets ten val gekomen nadat hij over een kabelbrug reed. Volgens de fietser was deze kabelbrug niet alleen onnodig geplaatst, maar was er ook onvoldoende gewaarschuwd voor de aanwezigheid van de kabelbrug. Verweerder stelt dat dat de kabelbrug voldoende zichtbaar was voor het verkeer. De onoplettendheid van de fietser kan het bouwbedrijf niet worden aangerekend.
Rechtbank neemt niet aan dat verzoeker tijdens ongeval in auto zat
Bij een aanrijding waren drie voertuigen betrokken: de huurauto van [verzoeker] , de auto van de verzekerde van Achmea de heer [X] en de camperbus van [Y]. [Verzoeker] beweert ten tijde van het ongeval in zijn voertuig te hebben gezeten, waar nek- en pijnklachten uit zouden voortvloeien. Verzekeraar betwist niet dat er een aanrijding heeft plaatsgevonden tussen [X] en de huurauto van [verzoeker] , maar wel dat [verzoeker] tijdens de aanrijding in de huurauto zat. Daarom zou zij niet aansprakelijk gesteld kunnen worden voor letselschade als gevolg van die aanrijding. Het verzoek tot verklaring van recht van de aanwezigheid van [verzoeker] in zijn auto tijdens het ongeval wordt afgewezen.
Zorgplicht werkgever niet geschonden bij struikelongeval in de gymzaal
Op 16 februari 2021 is [verzoekster] , onderwijzeres bij SCOT, een ongeval overkomen tijdens de uitvoering van haar werkzaamheden. [Verzoekster] was met haar mobiele telefoon foto’s aan het maken van de sportende kinderen in de gymzaal en is tijdens het lopen gestruikeld over een stang, toebehorende aan een wip voor de leerlingen. [Verzoekster] is voorover gevallen, waarna haar armen uit de kom waren en zij haar beide ellebogen heeft gebroken/verbrijzeld. [Verzoekster] heeft SCOT aansprakelijk gesteld voor de door haar geleden en nog te lijden schade door de val, op grond van artikel 7:658 BW. SCOT heeft betwist aansprakelijk te zijn.
Eenzijdig ongeval van scooterrijder na schrikreactie. Bestuurster personenauto aansprakelijk, ook eigen schuld
Ongeval op een rotonde waarbij een scooterrijder onderuit glijdt nadat hij geschrokken zou zijn van de manoeuvre van de bestuurster van een personenauto. De rechtbank komt tot de conclusie dat de bestuurster van de auto aansprakelijk is. Wel is er een percentage eigen schuld van 50. Geen ruimte voor de billijkheidscorrectie.
Verdeling aansprakelijkheid bij botsing fietser met voetganger
[verzoekster] wandelde op het moment van het ongeval op een openbare weg in het bos. [verweerster sub 2] fietste op haar racefiets en naderde [verzoekster] van achteren. [verweerster sub 2] heeft [verzoekster] in haar rug aangereden waardoor zij beiden hard ten val kwamen. [verzoekster] en [verweerster sub 2] hebben beiden letsel opgelopen ten gevolge van de val. Partijen hebben elkaar over en weer aansprakelijk gesteld voor de geleden en nog te lijden schade.
Gemiste uitslag in patiëntendossier resulteert in (ongeneeslijke) leverkanker, deelgeschil over begroting smartengeld
In augustus 2010 is [verzoekster] door haar huisarts doorverwezen naar het Sint Jans Gasthuis te Weert (hierna: het ziekenhuis). In het ziekenhuis is nader onderzoek verricht. De uitkomst van het bloedonderzoek was dat er sprake was van een positieve hepatitis C uitslag. Deze uitslag is (ongelezen) aan het patiëntendossier van [verzoekster] toegevoegd. In de periode 2010 t/m 2020 zijn verschillende vervolgafspraken en periodieke controles uitgevoerd. In 2020 is [verzoekster] door haar huisarts wederom naar het ziekenhuis verwezen. Naar aanleiding van de uitslag van een CT-scan en MRI-scan is bij [verzoekster] in februari 2021 de diagnose “levercirrose” en “(ongeneeslijke) leverkanker” gesteld.
Bij bestudering van het medisch dossier van [verzoekster] door de nieuwe internist is er in het elektronisch patiëntendossier van [verzoekster] een positieve uitslag voor hepatitis C van 17 september 2010 ontdekt. Hoogstwaarschijnlijk is deze onbehandelde hepatitis C de oorzaak van de levercirrose en leverkanker. Deze uitslag is eerder niet door de behandelaar(s) gesignaleerd.
Op 5 maart 2021 heeft [verzoekster] het ziekenhuis aansprakelijk gesteld voor de gevolgen van de gemiste positieve uitslag voor hepatitis C. MediRisk heeft middels haar schrijven van 11 mei 2021 aansprakelijkheid erkend “voor het missen van de juiste diagnose in 2010, waardoor niet de juiste behandeling is ingezet”. MediRisk is vervolgens overgegaan tot betaling van een voorschot op de schade.
Gemeente niet aansprakelijk voor val op glad (?) wegdek
Verzoekster is (op de openbare weg) gevallen toen zij haar fiets op wilde stappen. Het KNMI heeft de avond voor het voorval gewaarschuwd voor gladheid en geopperd preventief te strooien. De gemeente heeft besloten dat niet te doen, omdat de temperatuur niet lager dan -0.1 graden kwam (de uren voor het voorval dooide het bovendien) en omdat na onderzoek van de gladheidscoördinator de slechtste wegdekconditie ‘nat’ (dus niet: glad) bleek. Verzoekster stelt de gemeente aansprakelijk omdat zij meent dat die door niet preventief te strooien niet aan haar zorgplicht heeft voldaan.
Partijen niet gebonden aan rapportage die berust op betwiste wezenlijke feiten
Verzoekster is in 2001 betrokken geraakt bij een verkeersongeval. Partijen hebben meerdere onderzoeken laten uitvoeren (neuroloog, verzekeringsgeneeskundige en arbeidsdeskundige). Verzoekster werkt als zelfstandig logopediste. Verzoekster wenst het rapport van de arbeidsdeskundige als uitgangspunt te nemen voor de berekening van haar schade. Partijen zijn echter niet gehouden aan het rapport omdat de arbeidsdeskundige zijn rapport heeft gebaseerd op wezenlijke feitelijke veronderstellingen waarover partijen twisten.
Geen ruimte voor nadere bewijslevering over toedracht in deelgeschilprocedure; kosten begoot, kantoorkosten afgewezen
Verzoeker werkte als orderpicker voor Action. Onderdeel van de werkzaamheden was het verplaatsen van goederen met een heftruck. Verzoeker zou met rechterflank tegen het stuur zijn geklapt toen hij met een wagentje de hoek om wilde gaan. Toedracht is niet komen vast te staan en daarom worden verzoeken afgewezen. Voor nadere bewijslevering is geen ruimte in het deelgeschil.
Achteropaanrijding, nadat verzoeker besloot om stil te staan op vluchtstrook tijdens Dodenherdenking: 20% eigen schuld
Gemaakte verkeersfouten a.d.z.v. van zowel verzoeker als verweerder sub 1. De rechtbank komt tot de conclusie dat verweerder sub 1 aansprakelijk is, met in achtneming van een percentage eigen schuld a.d.z.v. verzoeker van 20%.