Afwijzing verzoek omdat gevorderde kosten buiten rechte zeer onredelijk zijn
In de kwestie tussen verzoeker en NN is er nog discussie over enkele schadeposten: HH en BGK. De rechtbank komt tot een gedeeltelijke toewijzing m.b.t. de HH. De rechtbank wijst het verzoek om de openstaande BGK te vergoeden volledig af. Ook betreffende de kosten deelgeschil is de rechter helder, waarna een forse matiging volgt.
Verzoek werkgever en -nemer na bedrijfsongeval tegen verzekeraar niet-ontvankelijk
Werknemer is op 18 maart 2013 een arbeidsongeval overkomen. Werkgever heeft een AVB-polis afgesloten bij verzekeraar. De vordering van werknemer op werkgever is verjaard. Werkgever en werknemer proberen toch de schade af te wentelen op een verzekeraar. Dat lukt niet.
Verwerping pari delicto verweer: passagier 50% eigen schuld bij gebruik lachgas
Verzoeker is als passagier van een personenauto betrokken geweest bij een verkeersongeval. Partijen hebben een discussie over de aansprakelijkheid. De rechtbank komt tot de conclusie dat verweerder aansprakelijk is voor de door het verkeersongeval toegebrachte schade aan verzoeker, maar dat er wel sprake is van 50% eigen schuld. Verzoeker wist immers op het moment dat hij de auto instapte dat bestuurder onder invloed was van lachgas. Daarnaast heeft verzoeker lachgasballonnen aan bestuurder gegeven tijdens het rijden.
Onvoldoende bewijs om aanvullend voorschot verlies verdienvermogen te kunnen vaststellen; rechtbank wijst verzoek af.
Verweerster heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend. De medische causaliteit staat ook vast. Partijen verschillen van mening over al dan niet betalen van een aanvullend voorschot op de door verzoekster geleden schade voortvloeiend uit het verlies aan verdienvermogen. De rechtbank komt op basis van de huidige bewijsstukken tot de conclusie dat er onvoldoende informatie beschikbaar is om een aanvullend voorschot te kunnen vaststellen. Verzoek wordt afgewezen.
Eerder afgesproken expertise echt nodig voor verdere schadebehandeling
Verzoeker heeft na een aanrijding in 2019 last van (niet objectiveerbare) klachten. Als gevolg van eerdere TIA’s was hij al beperkt belastbaar. Bij een eerdere mondelinge behandeling in deelgeschil hebben partijen afgesproken dat er een expertise zou plaatsvinden, om de causaliteit te beoordelen.
Verzoek tot benoeming van deskundigen geen ‘verzoek’ als bedoeld in de Wet Deelgeschillenprocedure.
Verzoekster stelt haar behandelend fysiotherapeut (verweerster) aansprakelijk voor het veroorzaken van letsel aan haar linkerschouder. De door partijen gezamenlijk ingeschakelde orthopedisch chirurg kan niet voldoen aan het verzoek tot voortzetting van de conceptrapportage. De rechtbank wijst de verzoeken van verzoekster en verweerster tot benoeming van een nieuwe deskundige af.
Cliënt dagbesteding kneust enkel en acht de instelling voor dagbesteding aansprakelijk, geen 7:658 dus verwijzing.
Bij het tillen van een deur op de dagbesteding zou letsel zijn ontstaan bij een cliënt. De cliënt acht de instelling voor dagbesteding aansprakelijk, primair op grond van 7:658 (lid 4) BW.
Achteropaanrijding met onduidelijke toedracht, dan dus afwijzing verzoek
Verzoekster wordt van achteren aangereden op de snelweg. Partijen verschillen van mening over de exacte toedracht. De rechtbank komt tot de conclusie dat bewijslevering noodzakelijk is voordat inhoudelijk op de verzoeken kan worden beslist. De verzoeken worden afgewezen omdat een beslissing onvoldoende kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst.
Onterecht ingesteld deelgeschil wegens discussie toedracht en ontbreken bewijs
In dit deelgeschil stond de toedracht van een verkeersongeval tussen 2 voertuigen centraal. Door het ongeval, dat plaatsvond op 20 mei 2021, heeft verzoekster letsel opgelopen. Partijen discussiëren over de toedracht van het ongeval en de gemaakte verkeersfouten (het wel- of niet voeren van een te hoge snelheid en het wel- of niet inhalen over een doorgetrokken streep). De kantonrechter stelt om deze reden vast dat de zaak zich niet leent voor een deelgeschilprocedure.
Geen billijkheidscorrectie wegens ‘wheelie’ en het voeren van een hoge snelheid. 75% eigen schuld.
Op 31 augustus 2019 vond er een ongeval plaats waarbij een personenauto en een motorrijder betrokken waren. Uit een – door partijen overeengekomen – expertise naar de toedracht van het ongeval kwam naar voren dat de automobilist linksaf sloeg en daarbij het naderende verkeer voor had moeten laten gaan. Daarnaast was zijn rijbewijs ten tijden van het ongeval geschorst. De motorrijder reed op zijn beurt (veel) te hard (tussen de 70 en de 95 km/h waar de toegestane snelheid slechts 50 km/h bedraagt) en maakte voorafgaand aan het ongeval een ‘wheelie’. Partijen discussiëren over de aansprakelijkheidsvraag en de toepassing van de billijkheidcorrectie en de eigen schuld in de zin van artikel 6:101BW.