Causaal verband tussen delay en onderhavige schadeposten te complex: verzoek afgewezen.

rechtbank ‘s-Gravenhage, 1 november 2011, LJN: BU6717

De rechtbank komt met een duidelijke redenering tot de conclusie dat causaal verband tussen delay en verlies arbeidsvermogen, zelfwerkzaamheid niet eenvoudig valt te beantwoorden zodat het verzoek moet worden afgewezen.
Omdat niet is gesteld of gebleken dat dat de procedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, worden de kosten begroot en wel op minder dan de helft van het verzochte bedrag.


Verzoekster heeft ziekenhuis (verweerster) aansprakelijk gesteld voor delay van 2003. Volgens de door verzoekster ingeschakelde chirurg prof. dr. H. van Urk betreft verwijtbaar medisch handelen uit niet tijdig herkennen van een potentieel levensbedreigende postoperatieve complicatie en het derhalve niet tijdig geven van de juiste behandeling. Hij acht het redelijk om te stellen dat hierdoor een kans op een gunstiger beloop is gemist. 
Er wordt verzocht om te bepalen dat verzoekster in de hypothetische situatie zonder delay geen klachten en/of beperkingen zou hebben gehad die van invloed zouden zijn geweest op haar vermogen om arbeid te verrichten of op haar vermogen werkzaamheden in, aan of rond de woning te verrichten die ook tegen betaling door vakmensen kunnen worden verricht. Hieraan ligt de stelling ten grondslag dat de medische voorgeschiedenis (vrijwel) geen invloed zou hebben gehad op de hypothetische situatie zonder delay.

Naar het oordeel van de rechtbank miskent verzoekster dat de in 2003 uitgevoerde operatie ook onderdeel uitmaakt van haar medische voorgeschiedenis. De vraag wat in de hypothetische situatie zonder delay de invloed van de medische voorgeschiedenis zou zijn geweest valt zonder het advies van een deskundige niet te beantwoorden. Dit vergt een aanzienlijke investering in tijd, geld en moeite. De bijdrage die de verzochte beslissing kan leveren aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst weegt hier niet tegenop, temeer nu er geen concrete aanwijzingen zijn dat partijen na deze beslissing zo’n overeenkomst zouden kunnen sluiten. Het verzoek wordt afgewezen.