Causaal verband tussen klachten en twee ongevallen staat niet vast.

Rechtbank Overijssel 04-09-2013
Geen beslissing kan worden genomen over bestaan klachten en causaal verband tussen deze klachten en de ongevallen. Geen kostenveroordeling (of begroting).
Verzoek Rechtbank
 [verzoeker] verzoekt de rechtbank te bepalen dat de door hem geleden schade, thans begroot op € 75.000,00, kan worden toegerekend aan de hem overkomen ongevallen van 20 september 2010 en 9 februari 2011.  Ofschoon duidelijk is dat nog de nodige stappen gezet moeten worden, ziet de rechtbank voldoende mogelijkheden voor partijen om na haar beslissing het buitengerechtelijke onderhandelingstraject voort te zetten. Hetgeen partijen verdeeld houdt, betreft in essentie de vraag naar het causaal verband tussen de ongevallen, de door [verzoeker] ervaren klachten en de schade. De rechtbank is van oordeel dat de vraag naar het causaal verband in beginsel binnen de omschrijving van artikel 1019w Rv valt. Met een oordeel over het causaal verband kan de ontstane impasse tussen partijen in beginsel worden doorbroken en zouden de onderhandelingen over de (omvang van de) schade in principe kunnen worden voortgezet. De rechtbank komt daarmee toe aan een inhoudelijke beoordeling van het verzoek.De rechtbank is van oordeel dat zij gelet op de gemotiveerde betwisting door ASR en De Noordhollandsche bij de huidige stand van zaken geen definitieve beslissing kan nemen ten aanzien van het bestaan van de door [verzoeker] gestelde klachten en het bestaan van een causaal verband tussen deze klachten en de ongevallen. [verzoeker] heeft onvoldoende onderbouwd gesteld -de nu voorhanden zijnde gegevens zijn daarvoor in elk geval niet toereikend- dat sprake is van de door hem gestelde klachten en het vereiste causaal verband tussen deze klachten en de hem overkomen ongevallen. Dit klemt temeer nu [verzoeker] enkel (niet recente) medische gegevens uit de behandelend sector heeft overgelegd.Uit het bovenstaande volgt dat om een beslissing te kunnen nemen op de vraag of de door [verzoeker] gestelde klachten bestaan en of deze in causaal verband staan met het ongeval een onafhankelijke deskundige zal moeten worden geraadpleegd. Beantwoording van dit deelgeschil zal derhalve veel tijd in beslag nemen en kostbaar zijn. De rechtbank is van oordeel dat de bijdrage van de verzochte beslissing aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst niet zodanig is dat dit opweegt tegen de kosten en het tijdsverloop van de procedure. Het verzoek zal dan ook op grond van artikel 1019z Rv worden afgewezen.
Daarnaast verzoekt [verzoeker] te bepalen dat een tijdsbesteding van 35 uren (tot op heden) redelijk is in de zin van artikel 6:96 BW en ASR en De Noordhollandsche te veroordelen in de kosten van deze procedure, te begroten op een bedrag van € 4.040,19. Bij de toetsing van de redelijkheid om de kosten van rechtsbijstand te maken en de redelijkheid van de omvang van die kosten komt betekenis toe aan het antwoord op de vraag of het voorgelegde deelgeschil zodanig is onderbouwd dat een toewijzende beslissing daarop mogelijk is. Indien, zoals in het onderhavige geval, verschil van mening bestaat over de causaliteitsvraag had [verzoeker] naar het oordeel van de rechtbank niet kunnen volstaan met het enkel overleggen van (niet recente) medische informatie uit de behandelend sector. De rechtbank heeft hierbij in aanmerking genomen dat het doel van de deelgeschilprocedure is duidelijkheid te verkrijgen over hetgeen partijen verdeeld houdt, in dit geval met name het causaal verband. Daar komt bij dat ASR en De Noordhollandsche het verzoek van [verzoeker] gemotiveerd hebben betwist en [verzoeker] heeft nagelaten nadien recente en aanvullende medische informatie in het geding te brengen. Gelet hierop is voor een veroordeling van ASR en De Noordhollandsche in de kosten van deze procedure geen plaats. Het daartoe strekkende verzoek zal derhalve worden afgewezen.

Het (verzoekschrift) deelgeschil lijkt van tijd tot tijd te worden gebruikt als drukmiddel met als oogmerk gewone bewijstrajecten over te slaan. Dat is spijtig. Het kost dan wel er veel geld en tijd om verweer te voeren, waarbij rechtbanken (nog) maar zelden een kostenveroordeling in het nadeel van de verzoeker uitspreken. Dat maakt het deelgeschil een loterij met wel erg weinig nieten…