Causaal verband tussen ongeval en nek- en rugklachten. Arrest Staat/Vermaat niet van toepassing.

Rechtbank Gelderland 12 maart 2021
Op 18 juli 2017 is verzoeker een ongeval overkomen. Na het ongeval heeft verzoeker nekklachten gekregen. Tijdens het uitvoeren van een revalidatieoefening is het verzoeker in de rug geschoten, waardoor aanhoudende klachten in de onderrug zijn ontstaan. Causaal verband tussen ongeval en nek- en rugklachten. Nader onderzoek nodig in het kader van schadebegroting.
Verzoek Rechtbank
Verzoeker verzoekt de rechtbank:

(1) voor recht te verklaren dat de nekklachten (en de beperkingen die daaruit voortvloeien) juridisch volledig in causaal verband staan met het ongeval;

De nekklachten staan in juridisch causaal verband tot het ongeval.

  • De degeneratieve afwijkingen in de halswervelkolom wijzen op een pre-existentie, maar vormen geen duidelijk aanwijsbare alternatieve oorzaak voor de ontwikkelde nekklachten.
  • Dat reeds vóór het ongeval sprake was van nekklachten is niet gebleken uit de brieven van de huisarts.
  • Door het actieve leven dat verzoeker leidde, kan niet worden aangenomen dat er sprake was van nekklachten.
  • De degeneratieve afwijkingen brengen hooguit een risico voor de toekomst mee. Een dergelijke pre-existentie zonder klachten doorbreekt het causale verband niet.
(2) voor recht te verklaren dat de rugklachten (en de beperkingen die daaruit voortvloeien) juridisch volledig in causaal verband staan met het ongeval; Ook de lage rugklachten staan in juridisch causaal verband tot het ongeval.

  • Verzoeker heeft toegelicht dat zijn rug tijdens de revalidatieoefening te zwaar belast werd en dat hij dit heeft medegedeeld aan de fysiotherapeut. Desondanks moest verzoeker de oefening blijven uitvoeren.
  • Als verzoeker niet was aangereden, zou hij de bewuste oefening niet hoeven uitvoeren.
  • De situatie is niet te vergelijken met bukken of iets oppakken.

Achmea stelt dat het causaal verband is doorbroken en wijst op het arrest Staat/Vermaat. Volgens de rechtbank is dit arrest niet van toepassing, omdat de rugklachten wel verband houden met het door het ongeval veroorzaakte letsel.

(3) voor recht te verklaren dat Achmea gehouden is de geleden en nog te lijden schade volledig te vergoeden; De rechtbank is van mening dat een dergelijke (ruim geformuleerde) verklaring voor recht niet kan worden toegewezen. Er is nog meer onderzoek nodig in het kader van de schadebegroting.
(4) de kosten van deze procedure, waaronder de buitengerechtelijke kosten, te begroten op een bedrag van € 3.131,02 (te vermeerderen met de kosten van de verdere behandeling van deze procedure) en Achmea in deze kosten te veroordelen. Verzoeker heeft de kosten begroot op een bedrag van € 5.782,80 (23,7 uur x € 244,-) te vermeerderen met 21 % btw en 5% kantoorkosten. De rechtbank matigt het aantal uren naar 18 uur en wijst de kantoorkosten af, omdat deze niet onderbouwd zijn. Achmea wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 6.251,32 (inclusief griffierecht).