Deelgeschil ziet louter op discussie buitengerechtelijke kosten. Kantonrechter wijst verzoek af.

Rechtbank Gelderland 3 september 2020
Verzoeker is betrokken geweest bij een verkeersongeval. Voor de schaderegeling heeft verzoeker een overeenkomst gesloten met [belangenbehartiger]. De aansprakelijkheid is door verweerder erkend. Er is een drietal facturen van [belangenbehartiger] onbetaald gebleven. Verzoeker stelt dat er geen vaststellingsovereenkomst kan worden gesloten, als er geen duidelijkheid komt over de kosten. De kantonrechter denkt hier anders over en wijst het verzochte af.
Verzoek Rechtbank
Verzoeker verzoekt de kantonrechter (…),

(1) te verklaren dat verweerder op een adequate wijze de buitengerechtelijke kosten van [belangenbehartiger] moet bevoorschotten. Dit houdt ook in dat verweerder de reeds gedeclareerde en (deels) onbetaalde kosten (€ 2.568,41) moet betalen.

(1) Volgens de kantonrechter leent dit verzoek zich niet voor behandeling in een deelgeschil. Het verzoek ziet louter op het beslechten van een discussie over de buitengerechtelijke kosten en levert geen bijdrage aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst.

Op 9 maart 2020 heeft [belangenbehartiger] een schadestaat ingediend die sluit op € 4.542,-. Vervolgens heeft verweerder een tegenvoorstel gedaan van € 3.250,-. Op 2 april 2020 dient [belangenbehartiger] een nieuwe schadestaat in, welke sluit op een bedrag van € 5.002,-. Verweerder verhoogt daarna het voorstel tot € 4.680,-.

De kantonrechter overweegt hierover het volgende:

  • [Belangenbehartiger] heeft niet gereageerd op het verhoogde voorstel en dit wekt verbazing. [Belangenbehartiger] werd op zijn wenken bediend, want het verhoogde voorstel was slechts € 322,- minder dan de schadestaat.
  • Het is niet alleen een kwestie van fatsoen om op een voorstel te reageren. Het mag van een redelijk bekwame schaderegelaar worden verwacht dat het onderhandelingsproces niet zo abrupt wordt afgebroken.
  • Er zijn geen openstaande schadeposten meer nu verzoeker het bedrag van € 4.680,- heeft aanvaard. Aannemelijk is dat verzoeker hier in een eerder stadium van de onderhandelingen ook zo over dacht.
(2) verweerder te veroordelen in de kosten van deze procedure. De kosten bedragen € 6.517,50. (2) Verzoeker  misbruikt de deelgeschilprocedure. Het debat over de declaraties moet namelijk gevoerd worden in een dagvaardingsprocedure.  De voor de deelgeschilprocedure opgevoerde kosten komen daarom niet voor begroting en vergoeding in aanmerking.

Over dit onderwerp wordt ook wel eens anders gedacht. De rechter lijkt hier het een beetje zat te zijn…