Fietser valt over kabelbrug; bouwbedrijf had niet hoeven waarschuwen

In deze zaak wordt verzocht om de aansprakelijkheid vast te stellen. Verzoeker is met zijn fiets ten val gekomen nadat hij over een kabelbrug reed. Volgens de fietser was deze kabelbrug niet alleen onnodig geplaatst, maar was er ook onvoldoende gewaarschuwd voor de aanwezigheid van de kabelbrug. Verweerder stelt dat dat de kabelbrug voldoende zichtbaar was voor het verkeer. De onoplettendheid van de fietser kan het bouwbedrijf niet worden aangerekend.

Verzoeker stelt dat verweerder een onnodig risico nam door de betonsilo’s aan de overkant van de weg te plaatsen. De rechtbank  gaat hier niet in mee, omdat verweerder heeft aangetoond dat de gemeente heeft verzocht om het materiaal naar de overkant te verplaatsen.

 

Vraag resteert of verweerder waarschuwingsborden had moeten plaatsen. De rechtbank geeft aan dat verkeersborden alleen worden geplaatst wanneer een gevaar onvoldoende of niet tijdig waarneembaar is. De kabelbrug was fel oranje en geel gekleurd en stak goed af tegen het grijze asfalt. Het was hierdoor niet waarschijnlijk dat er een ongeval zou gebeuren. Verweerder is niet verantwoordelijk voor de onoplettendheid van verkeersdeelnemers vanwege de aandacht afleidende bouwactiviteiten. De rechtbank wijst de verzochte verklaring voor recht dan ook af.

Er is verweer gevoerd tegen het uurtarief van € 265, – van de advocaat van verzoeker (geen LSA-advocaat). De rechtbank stelt dat het uurtarief niet onredelijk is, gelet op de ervaring en de specialisatie (NIVRE-geregistreerd). Zij wijst de kosten van €4.970,08 toe, vermeerderd met het griffierecht van €314.

Nu de aansprakelijkheid niet is vastgesteld, zal het verzoek te bepalen dat verweerder de kosten van het deelgeschil dient te voldoen worden afgewezen.

Kosten

kosten geheel toegewezen

Resultaat

afgewezen