Gezondheidsklachten door val; eigenaar/verhuurder aansprakelijk wegens gebrekkige vlizotrap.

Verzoeker is tijdens reparatiewerkzaamheden ten val gekomen in een woning waarvan Woonbedrijf eigenaar en verhuurder is. Verzoeker loopt als gevolg hiervan gezondheidsklachten op en stelt Woonbedrijf hiervoor aansprakelijk op grond van art. 6:174 BW. De rechtbank komt tot het oordeel dat de vlizotrap niet voldeed aan de eisen die daaraan redelijkerwijs gesteld mogen worden.

Uit een technisch rapport waarin wordt ingegaan op de toedracht van het ongeval, worden twee mogelijke scenario’s genoemd. De verwerende partij stelt dat het niet mogelijk is te reconstrueren wat precies is voorgevallen en wat de exacte oorzaak is geweest. Naar het oordeel van de rechtbank bevestigt het rapport in ieder geval dat de vlizotrap niet voldeed aan de eisen die redelijkerwijs daaraan gesteld mogen worden. De twee genoemde (mogelijke) scenario’s leiden beide tot de conclusie dat de vlizotrap gebrekkig was. Voor de aansprakelijkheid op grond van art. 6:174 BW is niet vereist uit te zoeken welk scenario het meest aannemelijk is.

Vast staat dat Woonbedrijf een aansprakelijkheidsverzekering heeft ondergebracht bij Liberty en dat de het ongeval daar is gemeld. De verklaring voor recht ten aanzien van Liberty is daarom toewijsbaar.

De opgevoerde kosten doorstaan de dubbele redelijkheidstoets. Het overleggen van een specificatie is voor het begroten van de kosten niet vereist.

Woonbedrijf stelt terecht dat de griffiekosten voor deze zaak € 314,– bedragen in plaats van € 1.301,–.

Kosten

kosten geheel toegewezen

Resultaat

toegewezen

Voor aansprakelijkheid op grond van artikel 6:174 BW is niet vereist dat de exacte toedracht vaststaat. Het is voldoende om vast te stellen dat de 'zaak' niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen, dat dit een gevaar oplevert voor personen en dat dit gevaar zich verwezenlijkt.