Nadere bewijslevering noodzakelijk; deelgeschilprocedure leent zich daar niet voor

Meisje van 15 jaar is met haar elektrische fiets gevallen. Verzoekers stellen dat hun dochter is gelanceerd over een op de openbare weg geplaatste kabelgoot. De verhuurder van de kabelgoot heeft deze alleen geleverd. Zij heeft niet onrechtmatig gehandeld. De andere gedaagden betwisten de door verzoekers gestelde toedracht. Pas als die komt vast te staan kan worden beoordeeld of gedaagden in strijd hebben gehandeld met een zorgvuldigheidsverplichting. Eerst als aansprakelijkheid kan worden aangenomen, kan het eigen schuld verweer worden beoordeeld. Verzoek leent zich niet voor behandeling in deze procedure.

Om de vraag te beantwoorden of ‘t Hekeltje en/of verweerders in dit geval in strijd hebben gehandeld met een zorgvuldigheidsverplichting ten opzichte van verzoeker spelen de criteria van het Kelderluikarrest een rol. 

(1) Ten aanzien van ‘t Hekeltje:

Naar het oordeel van de rechtbank hebben verzoekers onvoldoende feiten en/of omstandigheden gesteld waaruit kan blijken dat ‘t hekeltje gevaarzettend of anderszins onrechtmatig jegens verzoekers heeft gehandeld. De rechtbank acht ‘t Hekeltje daarom ook niet aansprakelijk voor de schade die verzoekers hebben geleden als gevolg van het ongeval.  Het verzoek van verzoekers wordt afgewezen. 

(2) Ten aanzien van verweerders: 

De rechtbank is van oordeel dat het verzoek van verzoekers voor zover dit is gericht tegen verweerders zich niet leent voor een behandeling en beoordeling in deze deelgeschilprocedure. Pas als de toedracht van het ongeval komt vast te staan, kan worden beoordeeld of verweerders in strijd  hebben gehandeld met een zorgvuldigheidsverplichting ten opzichte van verzoekers. De verzochte verklaring voor recht werd daarom eveneens afgewezen. 

Uitgangspunt is dat de kosten voor rekening van de aansprakelijke partij komen. Aangezien de door verzoekers gevraagde verklaring voor recht is afgewezen, bestaat voor veroordeling tot betaling van de deelgeschilkosten geen ruimte. Er wordt volstaan met de begroting van de kosten in verband met de deelgeschilprocedure. 

De rechtbank acht de urenonderbouwing deugdelijk en de tijdsbesteding redelijk. Daarom zullen de kosten als bedoeld in artikel 1019aa Rv worden begroot op € 7.214,63 (inclusief btw en griffierecht). 

Kosten

Resultaat

afgewezen