Rechtbank kan niet vaststellen dat verzoeker (het ongeval weggedacht) binnen 10 jaar carrière zou hebben gemaakt zoals verzoeker schetst

Verzoeker stelt blijvende (cognitieve) klachten en beperkingen te hebben als gevolg van een ongeval. Verzoeker werkt in de functie Senior Consultant Data Governance & Protection. Bij de werkzaamheden ervaart verzoeker deze (cognitieve) klachten. Verzoeker stelt dat dit het gevolg is van het ongeval en dat hij hierdoor carrièrekansen misloopt. Een arbeidsdeskundige is ingeschakeld om ‘would be’ onderzoek te verrichten naar het mogelijke carrièrepad van verzoeker. De rechtbank volgt het rapport van de arbeidsdeskundige en ziet geen aanleiding om ervan uit te gaan dat verzoeker binnen tien jaar (het ongeval weggedacht) de carrière zou maken die hij schetst.

De bevindingen van de arbeidsdeskundige dienen als uitgangspunt te worden genomen, omdat zij op gezamenlijk verzoek van partijen is ingeschakeld, tenzij er zwaarwegende en steekhoudende bezwaren bestaan tegen het deskundigenrapport.

De arbeidsdeskundige concludeert: “Afgaande op het totale profiel zou ik verwachten dat betrokkene op professioneel vlak goed in staat had moeten zijn om verticale stappen in zijn carrière te maken en een leidinggevende positie in te nemen. (…). Of hij heel makkelijk bij de huidige werkgever én vanuit de huidige functie verticale stappen had kunnen maken, kan ik onvoldoende beoordelen.”

De rechtbank ziet op basis hiervan geen aanknopingspunten om te kunnen concluderen dat verzoeker, het ongeval weggedacht, in tien jaar tijd zou zijn doorgegroeid tot de functie van director bij een organisatie zoals IBM of dat hij een soortgelijk salarisverloop zou hebben gehad.

De door de arbeidsdeskundige aangehaalde factoren zijn onder andere: weinig aanknopingspunten tussen de studie en de baan, de persoonlijkheid van verzoeker en dat bepaalde leidinggevende aspecten minder goed passen bij verzoeker.

Hoewel het een overzichtelijke zaak is, is er toch veel tijd gemoeid door de taalbarrière. Betrokken spreekt namelijk geen Nederlands. De rechtbank zal de kosten begroten op € 6.797,78, inclusief btw, te vermeerderen met € 314,- aan griffierecht. Verzekeraar zal worden veroordeeld deze kosten te betalen.

Nu het verzoek van verzoeker wordt afgewezen, dient dit tegenverzoek te worden toegewezen.

Kosten

kosten geheel toegewezen

Resultaat

afgewezen