Verzekeraar volledig aansprakelijk voor schade als gevolg van ongeval fietser en vrachtwagen

Aanrijding tussen een overstekende fietser en een (cement)vrachtwagen, bij een verkeerslichtinstallatie c.q. fietsoversteekplaats. Partijen discussiëren over gebondenheid aan rapport en conclusies van het op gezamenlijk verzoek ingeschakelde bureau, dat onderzoek deed naar toedracht en toepassing verkeersregels. Partijen discussiëren verder over aansprakelijkheid, eigen schuld en het schadevergoedingspercentage. De rechtbank oordeelt dat partijen wel gebonden zijn aan het rapport voor de toedracht, maar niet voor wat betreft de conclusies. Schadevergoedingspercentage wordt – na toepassing billijkheidscorrectie – op 100% gezet.

Het staat vast dat partijen een gezamenlijke opdracht hebben gegeven. Daarbij hebben partijen de toedracht aan de deskundige voorgelegd . N.a.v. de antwoorden/conclusie heeft verzekeraar alsnog de toedracht ter discussie gesteld: dat is te laat, aldus de rechtbank. Verder zijn er ook geen aanknopingspunten voor twijfel aan de toedracht. De ingeschakelde deskundige is ook telkens uitgegaan van de door partijen voorgelegde toedracht. 
Als NN het niet eens was met de conclusies van de deskundige, had zij best een eenzijdige rapportage kunnen laten opstellen om aan te tonen dat er zwaarwegende en steekhoudende bezwaren zijn tegen deze rapportage. Dat heeft zij niet alleen gedaan: opnieuw werden vragen over de toedracht gesteld. Conclusie: partijen gebonden aan de inhoud van de rapportage.

Partijen zijn niet gebonden aan de conclusies van de rapportage: niet inzichtelijk, niet logisch. De antwoorden van de deskundige zijn juridisch van aard, wat buiten de expertise van de deskundige valt. Het is aan de rechter om de voorrangsregels en de uitleg hiervan te beoordelen. 

Zowel verzoeker (fietser) als bestuurder WA-verzekerde (cement)vrachtwagen hebben fouten gemaakt. Beiden hadden beter uit moeten kijken: bestuurder vrachtauto bij het oprijden toen het verkeerslicht groen werd, verzoeker had moeten controleren of hij werd gezien door de bestuurder. 
De fouten over ween weer hebben niet in gelijke mate bijgedragen aan het ongeval: de fouten van bestuurder van de (cement)vrachtwagen hebben voor een groter deel bijgedragen. De dode hoek van zijn vrachtwagen is al een gevaarzettend element, hij had zich meer bewust moeten zijn van de risico’s en de gevaren van de dode hoek.
Causale verdeling = 80/20. Omdat NN zelf al had aangegeven dat een correctie van (max) 20% hier redelijk en aanvaardbaar is – o.a. zwaar en ernstig letsel – gaat de rechtbank ook uit van dit percentage. Conclusie: 100/0.

Verzoek = € 14055,67 (36 uur en 9 minuten x € 285,– x 21% BTW + Griffierecht). 
Rechtbank wijst het verzoek volledig toe. Geen verweer gevoerd tegen het uurtarief, wel tegen het aantal uren. Rechtbank passeert dat verweer: uren zijn voldoende onderbouwd. Bovendien is het dossier omvangrijker geworden door de (latere) stellingname van NN…

Kosten

kosten geheel toegewezen

Resultaat

toegewezen

Bovenstaande beschikking laat zien dat partijen telkens en goed moeten kijken naar de vraagstelling van een aanbiedingsbrief, alvorens zij op gezamenlijk verzoek een deskundige inschakelen: wat zijn de feiten en wat zijn de stellingen? Dat voorkomt wellicht achteraf de nodige discussies (en procedures)...