Delta-V-onderzoek, geringe snelheid bij aanrijding, geen medische causaliteit

Rechtbank Midden-Nederland 13 november 2013
Op 24 september 2011 is [BETROKKENE] betrokken geraakt bij een aanrijding,waarbij [BETROKKENE] stilstaand voor een rood verkeerslicht door een verzekerde van ASR van achteren is aangereden. ASR heeft een Delta-V-onderzoek laten verrichten. Uit dit onderzoek blijkt dat [BETROKKENE] met een geringe snelheid is aangereden.
Verzoek Rechtbank
ASR te veroordelen tot betaling van C 35.000,00 dan wel een door de rechtbank te bepalen bedrag als voorschot op de door [BETROKKENE] geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade als gevolg van de aanrijding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van het verzoekschrift, binnen zeven dagen na heden;  Anders dan [BETROKKENE] is de rechtbank van oordeel dat op basis van de medische informatie waarnaar zij verwijst en die in dit deelgeschil (deels) in het geding is gebracht niet kan worden geconcludeerd dat sprake is van causaal verband tussen het ongeval en de gestelde klachten van [BETROKKENE]. Het betreft immers (alleen) medische gegevens uit de behandelend sector, waaronder bovendien geen neurologische gegevens. Tot op heden is (in ieder geval) de neuroloog vooralsnog de meest aangewezen specialist om de vraag naar het (medisch) oorzakelijk verband tussen klachten en een ongeval als [BETROKKENE] is overkomen te beantwoorden. Onder deze omstandigheden kan de rechtbank bij de huidige stand van zaken niet vaststellen dat de klachten van [BETROKKENE] in causaal verband staan tot het ongeval. [BETROKKENE] heeft onvoldoende onderbouwd gesteld, de nu voorhanden zijnde gegevens zijn daarvoor in ieder geval niet toereikend, dat het vereiste causaal verband tussen haar klachten en het haar overkomen ongeval bestaat. Er is eerst nader onderzoek naar de medische causaliteit nodig voordat de (juridische) causaliteit kan worden beoordeeld. Er zal dus onderzoek verricht moeten worden, te beginnen met medisch onderzoek, waarna een verzekeringsgeneeskundige aan de hand van de uitkomsten van het onderzoek een belastbaarheids- en beperIcingenprofiel zal moeten opstellen, waarna er een arbeidsdeskundige geraadpleegd moet worden over de – kort gezegd – verdiencapaciteit van [BETROKKENE]. Op dit moment is derhalve nog geenszins het stadium bereikt dat duidelijkheid bestaat over de klachten en beperkingen die kunnen worden toegeschreven aan het [BETROKKENE] overkomen ongeval, terwijl zoals de rechtbank ook onder 4.4. heeft overwogen, binnen de deelgeschilprocedure geen ruimte bestaat voor (uitgebreide) bewijslevering. Nu het causaal verband niet kan worden vastgesteld bestaat ook te weinig duidelijkheid over de omvang van dan het ongeval toe te rekenen schade, nog daargelaten dat [BETROKKENE] haar schade niet, althans volstrekt onvoldoende heeft onderbouwd. Het dossier bevat hierover geen informatie. Het voorgaande betekent dat de rechtbank thans niet kan vaststellen dat [BETROKKENE] een vorderingsrecht heeft dat het reeds verstrekte voorschot overstijgt. Het verzoek wordt afgewezen.
ASR te veroordelen tot betaling van C 593,14 voor het inwinnen van medisch advies; Het voorgaande betekent voor de verzochte vergoeding van de kosten voor het inwinnen van medisch advies dat deze zullen worden afgewezen. Niet valt te beoordelen of deze kosten al dan niet reeds zijn vergoed met het verstrekte voorschot van E 5.000,00
ASR te veroordelen overeenkomstig artikel 1019aa Rv
jo artikel 6:96 BW tot betaling van de kosten van het deelgeschil ten bedrage van C
8.672,00 inclusief kantoorkosten van 6%.

De onderhavige zaak betreft naar het oordeel van de rechtbank een voor wat betreft de omvang en complexiteit ervan beperkt deelgeschil. Het aan het deelgeschil bestede en opgegeven aantal uren is daarmee naar het oordeel van de rechtbank niet in overeenstemming. De met de opstelling van het verzoekschrift en de verdere behandeling van de zaak gemoeide, redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW zullen door de rechtbank worden begroot op 15 uren x€ 255,00 exclusief kantoorkosten, derhalve op€ 4.054,50 inclusief kantoorkosten, te vermeerderen met het door [BETROKKENE] betaalde griffierecht van € 842,00. ASR zal tot betaling daarvan aan [BETROKKENE] worden veroordeeld.

Allereerst is het opmerkelijk dat dit deelgeschil zich heeft geleend voor het vragen van een voorschot. Daarnaast is het bijzonder dat de rechter zich niet heeft uitgelaten over de resultaten van het Delta-V-onderzoek. De rechtbank acht voor het vaststellen van de medische causaliteit nader medisch onderzoek noodzakelijk waarmee natuurlijk kosten gepaard zullen gaan.