Deskundigenbericht onvoldoende basis voor beslissing over aansprakelijkheid: rechtbank vraagt deskundige om opheldering.

Rechtbank Gelderland, 4 januari 2016
(Verzoekster), 18 jaar oud, lijdt aan HME. Vanwege de op haar aandoening terug te voeren klachten, wordt (verzoekster) in het ziekenhuis, (verweerder), aan haar linkerknie geopereerd. Na afloop van de operatie bleek sprake te zijn van blijvende uitval van de nervus peroneus (kuitzenuw) in het linkerbeen van (verzoekster), waardoor zij slechts kan lopen met een peroneusveer. (Verzoekster) stelt (verweerder) aansprakelijk voor de schade als gevolg van het uitvallen van de nervus peroneus. (Verweerder) wijst aansprakelijkheid van de hand. De partijen hebben vervolgens gezamenlijk aan orthopeed (dr. Y) verzocht de behandeling van (verzoekster) in het ziekenhuis te beoordelen. (Dr. Y) komt tot de volgende conclusie:

– Keuze van behandeling: er is ten onrechte gekozen voor een risicovolle operatie (osteotomie in het proximale deel van de tibia terwijl een veel minder risicovolle operatie (hemi-epifysiodese) voor handen was.

Het ziekenhuis is het niet eens met de bevindingen en conclusies van (dr. Y.) Het ziekenhuis komt daarop met aanvullende vragen aan (dr. Y). Echter, geen respons van (dr. Y) en het wordt voor het ziekenhuis duidelijk dat hij niet zal afwijken van zijn eerder ingenomen standpunt ten aanzien van de operatietechniek. (Verweerder) komt tot de volgende conclusie:

– Inhoudelijk gaat (dr. Y) echter bij herhaling niet in op de argumenten die de gekozen operatietechniek onderbouwen.

– (Verweerder) kan zich niet verenigen met de inhoud van het rapport van (dr. Y).

(Verweerder) stelt voor om een derde onafhankelijke orthopedische expertise te laten verrichten.

Verzoek Rechtbank
Het -gewijzigde- verzoek strekt ertoe dat de rechtbank, op de voet van art.1019w Rv:
– primair, voor recht zal verklaren dat het ziekenhuis aansprakelijk is voor alle reeds door (verzoekster) geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade voortvloeiend uit de door (dr. Y) in zijn deskundigenrapport d.d. 11 februari 2015 vastgestelde schendingen van de zorgplicht als bedoeld in artikel 7:453 BW door het ziekenhuis
De rechtbank constateert dat (dr. Y) in zijn uiteindelijke reactie op het commentaar de verklaring van het ziekenhuis voor het gevoerde beleid niet integraal bespreekt, maar op onderdelen ervan apart reageert. Daarnaast lag het op de weg van (dr. Y) om de invloed van het (over)gewicht van (verzoekster) op zijn bevindingen, welke invloed klaarblijkelijk ook volgens (dr. Y) denkbaar is, zelf te onderzoeken en zo nodig in dat verband gegevens op te vragen. Op dit punt is daarom geen sprake van een toereikende reactie op het commentaar van het ziekenhuis.Een onderbouwing, al dat niet op basis van beeldvormend materiaal van het bot, ontbreekt. Dit bezwaar klemt te meer nu het ziekenhuis niet onbewust, maar juist willens en wetens van de standaardbehandeling stelt te zijn afgeweken. Op dit punt, dat de kern van het deskundigenonderzoek betreft, mag een beter kenbare motivering worden verwacht. Bij deze stand van zaken vormt het deskundigenrapport van (dr. Y) op dit punt een onvoldoende basis voor een beslissing over aansprakelijkheid van het ziekenhuis.

Wat betreft de, volgens (dr. Y) onzorgvuldige uitvoering van de behandeling en onzorgvuldige nabehandeling geldt dat thans niet vastgesteld kan worden dat de beschadiging van de nervus peroneus gevolg is van dit handelen c.q. nalaten van het ziekenhuis. (dr. Y) laat dit in het midden. Aansprakelijkheid van het ziekenhuis in dit verband kan dan nu niet worden vastgesteld. Nadere instructie over causaliteit op deze punten draagt onvoldoende bij aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. Dergelijke instructie raakt immers niet de hierboven besproken kern van het geschil.

Het verzoek stuit af op art. 1019z Rv. Het primair verzochte is derhalve niet toewijsbaar.

– subsidiair, zal bevelen dat het ziekenhuis moet meewerken aan de verdere voortzetting en afronding van het gezamenlijk door partijen in gang gezette deskundigenonderzoek bij (dr. Y), zo nodig op basis van een door uw rechtbank in goede justitie te bepalen aanvullende vraagstelling, waarbij (ook) voor het verdere vervolg van het deskundigenonderzoek de Leidraad Deskundigen in Civiele zaken in acht moet worden genomen, Het betreft hier in de kern de vraag of het ziekenhuis gehouden is erin te bewilligen dat (dr. Y) alsnog om opheldering wordt gevraagd, al dan niet op basis van door de rechtbank geformuleerde vragen.De partijen hebben gezamenlijk gekozen voor (dr. Y), door een vakgenoot aangemerkt als een bijzonder gekwalificeerde orthopeed om de onderhavige casus te beoordelen.

Van het ziekenhuis kan dan worden gevergd dat zij eraan meewerkt dat (dr. Y) om opheldering zal worden verzocht ter zake van de blijkens deze procedure bij het ziekenhuis over de rapportage van (dr. Y) levende kritiek. De rechtbank zal hieronder vragen aan (dr. Y) opnemen die haar, gelet op het hierboven besproken partijdebat en het vakgebied van (dr. Y), dienstig voorkomen.

Het subsidiaire verzoek is derhalve toewijsbaar.

– met begroting van de kosten aan de zijde van (verzoekster) bij de behandeling van het verzoek op een bedrag van € 8.250,99, te vermeerderen met het griffierecht, en veroordeling van het ziekenhuis tot betaling van dit bedrag. Het verzoek is gedeeltelijk toewijsbaar geoordeeld. Reeds daarom is geen sprake van een volstrekt onnodig of onterecht ingediend verzoek.De rechtbank zal het gevorderde bedrag, vermeerderd met het griffierecht ad € 285,00 op de voet van art. 1019aa Rv begroten. Nu aansprakelijkheid van het ziekenhuis niet vast staat bestaat voor de verzochte veroordeling van het ziekenhuis tot betaling van het aldus begrote bedrag bestaat geen grond.

Omdat aanvullende vragen door de deskundige onbeantwoord zijn gebleven, kan aansprakelijkheid van (verweerder) in dit verband niet worden vastgesteld. De rechtbank vraagt derhalve om opheldering bij de deskundige. Van het ziekenhuis wordt gevergd dat zij eraan meewerkt dat aan de deskundige opheldering wordt verzocht. Dat is praktisch…Of het de zaak echt zal oplossen? Algemeen bekend is dat deskundigen maar zelden hun eenmaal ingenomen standpunt aanpassen…