Rechtbank Amsterdam, 8 mei 2018 | |
(Verzoekster) -in loondienst bij (verweerster)- is tweemaal betrokken geweest bij een bedrijfsongeval. De aansprakelijkheid voor het tweede ongeval wordt namens (verweerster) erkend.
Op gezamenlijk verzoek van partijen wordt (neuroloog X) verzocht om een deskundigenrapport uit te brengen. Partijen blijven -ook na het uitbrengen van het deskundigenbericht- van mening verschillen over de medische gevolgen van de ongevallen voor (verzoekster). (Verzoekster) start daarom een deelgeschilprocedure: (verweerster) moet gebonden blijven aan de inhoud van het deskundigenrapport. De rechtbank wijst het verzoek af: het deskundigenrapport voldoet niet aan de eisen van consistentie, inzichtelijkheid en logica. |
|
Verzoek | Rechtbank |
Verzoekster verzoekt dat de kantonrechter zal bepalen dat:
(1) verweersters tegenover verzoekster zijn gebonden aan het expertiserapport van de neuroloog; |
Als uitgangspunt geldt dat partijen in beginsel gebonden zijn aan een deskundigenbericht dat op hun gezamenlijk verzoek is uitgebracht, tenzij er zwaarwegende en steekhoudende bezwaren bestaan tegen dit bericht. Hiervan is onder meer sprake wanneer het deskundigenbericht niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen van onpartijdigheid, consistentie, inzichtelijkheid en logica.
De bezwaren zijn volgens verweersters gelegen in (1) het gebruik door de deskundige van een verouderde editie van de AMA-guides, (2) het niet toetsbaar en consistent zijn van de rapportage en (3) een gebrekkige totstandkoming van de rapportage. (1) Verouderde AMA-guides Als niet betwist staat vast dat (neuroloog X) bij het antwoord op de vraag naar de mate van functieverlies als ongevalsgevolg, uitgedrukt in een percentage volgens de richtlijnen van de AMA-guides gebruik heeft gemaakt van een verouderde editie. Ook hebben verweersters erover geklaagd dat onduidelijk is waarom (neuroloog X) op basis van de richtlijnen van de NVN komt op 0% BIGP, en volgens de AMA-guides -zonder onderbouwing- op 1% BIGP. De kantonrechter acht het bezwaar omtrent de veroudering van de gebruikte AMA-guides niet tardief. Het lag op de weg van verzoekster om helderheid te verschaffen over de vraag of in het rapport sprake is van een verschrijving dan wel dat de geldende editie (niet) leidt tot een ander oordeel dan reeds in het rapport gegeven. Dit heeft verzoekster niet gedaan. (2) Toetsing rapportage De kantonrechter acht het oordeel van (neuroloog X) -bij gebreke van een onderbouwing toegesneden op het toegepaste percentage- onvoldoende toetsbaar. (Neuroloog X) onderschrijft dat er inconsistenties zijn in het klachtenpatroon van verzoekster. In het rapport is onvoldoende kenbaar of, en hoe (neuroloog X) die inconsistenties heeft betrokken bij het antwoord op bepaalde vragen. Tevens is onvoldoende inzichtelijk als gevolg waarvan de invaliditeit optreedt. (3) Gebrekkige totstandkoming De klacht houdt enerzijds in dat verweersters onvoldoende objectieve mogelijkheden hebben gekregen om op het rapport te reageren, anderzijds dat (neuroloog X) onvoldoende zorgvuldig heeft gereageerd op de vragen en opmerkingen die verweersters aan hem hebben voorgelegd. De kantonrechter stelt vast dat (neuroloog X) het rapport niet eerst in concept aan partijen heeft toegestuurd. Feitelijk zijn partijen wel in de gelegenheid geweest om hun commentaar -naderhand- op het rapport te geven. Verweersters hebben vragen aan (neuroloog X) gesteld die (neuroloog X) vervolgens heeft geantwoord. Dat verweersters geen mogelijkheid hebben gehad op het rapport te reageren wordt dan ook niet gevolgd. De kantonrechter stelt daarnaast echter vast dat (neuroloog X) de door verweersters gestelde vragen naar aanleiding van het rapport en zijn antwoorden daarop niet in het rapport heeft verwerkt. Er is geen sprake geweest van een conceptrapportage die heeft geresulteerd in een definitieve rapportage, zoals door partijen is verzocht. Het rapport is het (definitieve) rapport. Uit het niet verwerken van de vragen en antwoorden kan worden afgeleid dat (neuroloog X) hierin geen aanleiding heeft gezien om het rapport aan te passen. Echter, (neuroloog X) heeft hier niets over opgemerkt. Het niet verwerken van de vragen en antwoorden roept dus vragen op die niet in het rapport worden beantwoord. Immers, in het rapport is niet kenbaar dat nadere vragen zijn gesteld over de vaststelling dat bij verzoekster sprake is van 1% BIGP. Evenmin is kenbaar waarom (neuroloog X) oordeelt dat zijn antwoord op die vragen niet leidt tot aanpassing van het rapport. In zoverre zijn de bezwaren tegen de totstandkoming van het rapport ook zwaarwegend en steekhoudend. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat het rapport niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen van consistentie, inzichtelijkheid en logica, zodat verweersters hieraan niet gebonden kunnen worden. Dit betekent dat het verzoek zal worden afgewezen. |
(2) de kosten van de procedure worden begroot op een bedrag van € 6.584,36 en dat verweersters worden veroordeeld tot betaling van deze kosten aan (verzoekster), vermeerderd met het griffierecht. | Het door (gemachtigde verzoekster) gehanteerde uurtarief bedraagt € 248,- exclusief 6% kantoorkosten en BTW. (Verweerders) hebben het uurtarief niet bestreden. In aanmerking nemend dat (gemachtigde verzoekster) een gespecialiseerd letselschadeadvocaat is, komt de rechtbank dit uurtarief redelijk voor.
(Verweersters) hebben ook over het begrote en het gespecificeerde aantal van 20,7 uren geen opmerkingen gemaakt. Dit aantal komt de kantonrechter niet onredelijk voor. Het gevorderde bedrag ad € 6.584,36 inclusief BTW en kantoorkosten zal daarom worden toegewezen, vermeerderd met het griffierecht. |
De rechtbank maakt korte metten met zowel de (gebrekkige) inhoud van de rapportage (meer specifiek het ontbreken van bepaalde motiveringen) als met de totstandkoming van de rapportage. Door verweerster worden vragen gesteld. Het niet verwerken van de brief met vragen en antwoorden roept dus vragen op die niet in het rapport worden beantwoord en dat is op zich zelf al vreemd.