Geen eigen schuld (na billijkheidscorrectie) voor voetganger die weg oversteekt tussen geparkeerde auto’s bij de uitgang van een metrostation

Rechtbank Rotterdam, 16 september 2021
Verzoekster stak bij de uitgang van een metrostation tussen geparkeerde auto’s de weg over. Bij de eerste stap is zij aangereden door een bij Achmea verzekerd voertuig. Achmea beroept zich op eigen schuld aan de zijde van verzoekster. De kantonrechter weegt de over en weer gemaakte fouten af en komt tot een verdeling van 80% voor Achmea, na billijkheidscorrectie 100%.
Verzoek Rechtbank
Verzoekster verzoekt om bij beschikking (…)

(1) te bepalen dat Achmea aansprakelijk is voor de door haar geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade naar aanleiding van het ongeval dat plaatsvond op 10 oktober 2017 en dat Achmea gehouden is de volledige schade te voldoen

(1) Toedracht wordt door de rechter vastgesteld op basis van de verklaringen en de gedeelde foto’s. De bestuurder van het voertuig is rakelings langs de parkeervakken gereden terwijl hij ruimte genoeg zou hebben vrijgelaten indien hij in het midden van de rijbaan had gereden. Geen nadere bewijslevering noodzakelijk voor het vaststellen van het percentage eigen schuld.

Geen sprake van overmacht of opzet. Relevante omstandigheden bij beoordeling eigen schuld: Door een kleine stap op de rijbaan te zetten heeft verzoekster geen voorrang verleend aan de bestuurder van het voertuig. Geen oversteekplaats binnen 30 meter beschikbaar. Afleiding door mobiele telefoon is niet komen vast te staan. Dat er te hard is gereden is niet komen vast te staan. Bestuurder had bedacht moeten zijn op overstekende voetgangers bij de uitgang van een metrostation. Bestuurder heeft zeer gevaarzettend gehandeld. 80% op basis van causale verdeling voor rekening van Achmea.

Billijkheidscorrectie 100% schade voor rekening van Achmea. Verzoekster heeft een onderbeenbreuk, kon haar fysieke werk niet meer uitvoeren, heeft baan verloren, verzekeringsplicht voor de schade.

(2) met veroordeling van Achmea in de kosten van het geding. (2) Uurtarief gematigd van € 275 ex btw en 4% kantoorkosten naar € 260 ex btw. Uren 12,36, totaal € 4.272,96.

Er is veel verschillend bewijs in het geding gebracht. De rechter heeft daaruit de conclusie getrokken dat alhoewel verzoekster als voetganger geen voorrang heeft verleend de fout van de bestuurder als zeer ernstige fout kan worden aangemerkt. Dat is vervolgens terug te zien het in het percentage eigen schuld. Het niet rekening houden met verkeersfouten van andere weggebruikers wordt de bestuurder fors aangerekend.