groepsleider probleemjongeren is mishandeld. Werkgever aansprakelijk door schending zorgplicht

Rechtbank Gelderland 22 november 2013
[verzoeker] werkt sinds 1 maart 2009 als groepsleider van probleemjongeren  In zijn groep gaat het vooral om jongeren met een alcohol-en drugsproblematiek in de leeftijd 16 tot 24 jaar. Op 8 november 2010 is [verzoeker] mishandeld door een ex-cliënt. Verzoeker stelt Iriszorg en VvAA voor de schade.
Verzoek Rechtbank
voor recht te verklaren dat Iriszorg en VvAA jegens [verzoeker] aansprakelijk is voor de schade die [verzoeker] lijdt ten gevolge van het [verzoeker] op 8 november 2010 in de uitoefening van zijn werkzaamheden overkomen arbeidsongeval;  Met betrekking tot de vraag of Iriszorg, zoals zij heeft gesteld en [verzoeker] gemotiveerd heeft betwist, haar in artikel 7:658 lid 1  BW omschreven zorgplicht is nagekomen, spelen, in het licht van onder andere het arrest van de Hoge Raad van 11 november 2001, LJN BR5323, zowel algemene maatregelen die strekken tot beveiliging van de werknemers tegen de gevaren van hun omgang met jongeren met gedrags- en verslavingsproblemen als specifieke maatregelen en instructies die zijn vereist ter beveiliging van werknemers in hun omgang met die jongeren, een rol. De kantonrechter oordeelt tegen deze achtergrond dat Iriszorg onvoldoende maatregelen heeft genomen om te voorkomen dat in dit geval [verzoeker] in de uitoefening van zijn werkzaamheden op Sancta Maria schade zou lijden. Daartoe geldt het volgende.Het ter zitting overgelegde ‘agressievoorbeeldprotocol’ dat kennelijk ten tijde van het incident binnen Iriszorg gold, is te algemeen van inhoud – zoals ook de Arbeidsinspectie heeft geoordeeld – en voorziet onvoldoende in specifieke maatregelen en instructies die vereist zijn in de beveiliging van werknemers in de omgang met de cliënten in Sancta Maria. Daar gaat nog aan vooraf dat tegenover het verweer van [verzoeker] dat hij het protocol voor het incident nog nooit had gezien, Iriszorg ter zitting niet heeft gesteld op welke wijze [verzoeker]/haar werknemers in zijn algemeenheid daarvan kennis kunnen nemen. De enkele vage stelling dat het zou kunnen dat het in een werkmap op de locaties ligt, is onvoldoende. De werkgever dient er daadwerkelijk op toe te zien dat werknemers kennis nemen van de inhoud van een dergelijk relevant protocol.Verder staat tussen partijen vast dat [verzoeker] (nog) niet de training conflictbeheersing had gevolgd. Dit is extra bezwaarlijk nu, anders dan Iriszorg stelt te doen, [verzoeker] onbestreden heeft verklaard dat het hem niet bekend is dat bij indiensttreding is gevraagd naar zijn ervaring met conflictbeheersing en dat hij die ervaring ook maar beperkt (en verouderd) heeft. Het uitblijven van agressietraining voor [verzoeker] is daarnaast zwaarwegend nu – eveneens onbestreden – door [verzoeker] erop is gewezen dat zich eerder een agressie-incident heeft voorgedaan bij Sancta Maria. Ook tegenover de overige verweren aangaande kort gezegd, het contact met de politie en de afstand van de derde collega (maatschappelijk werkster) ten opzichte van de groep met twee begeleiders is ter zitting door Iriszorg niet, althans onvoldoende gemotiveerd gepareerd. Op grond daarvan moet worden vastgesteld dat op de locatie Sancta Maria in ieder geval destijds mogelijk in theorie sprake was van een in zekere zin gecontroleerde situatie met diverse op de veiligheid van de werknemer gerichte maatregelen, maar in de implementatie en het toezien op de naleving van die maatregelen is Iriszorg zozeer tekort geschoten dat die maatregelen effect ontberen. Op grond daarvan moet worden geoordeeld dat onvoldoende effectieve maatregelen zijn getroffen en dat op de naleving en uitvoering daarvan niet of onvoldoende is toegezien. Iriszorg is daarmee tekortgeschoten in de nakoming van op haar rustende zorgplicht. De gevraagde verklaring voor recht zal worden toegewezen
Iriszorg en VvAA te veroordelen om de door [verzoeker] als gevolg van het ongeval op 8 november 201 geleden en nog te lijden schade te vergoeden, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, alsmede Iriszorg en VvAA te veroordelen om als voorschot op de schadevergoeding aan [verzoeker] te vergoeden € 8.000,00 althans dat bedrag dat de rechtbank in goede justitie juist acht; Volgens Iriszorg en VvAA is met hetgeen tot op heden aan smartengeld is voldaan (€ 5.750,00), de geleden schade vergoed. Zij miskent daarmee allereerst dat het bedrag dat door het Schadefonds geweldsmisdrijven is vergoed, door [verzoeker] moet worden terugbetaald op de voet van artikel 6 Wet schadefonds geweldsmisdrijven. De door [verzoeker] reeds ontvangen smartengeldvergoeding komt dus neer op € 2.750,00. Gelet op de aard en de impact van de gebeurtenis, het fysieke letsel dat tot op de dag van vandaag behandeling behoeft en het geestelijk letsel dat in voldoende mate blijkt uit de brief van drs. Reintjes en dat moet worden geduid als een in de psychiatrie erkend ziektebeeld, komt [verzoeker] bij wege van voorschot in ieder geval een bedrag toe van € 8.000,00. Met daarop in mindering gebracht het door [betrokkene] voldane bedrag, zal € 5.250,00 worden toegewezen.
 Iriszorg en VvAA zal veroordelen in de kosten van het geding, met het verzoek terzake van het honorarium van de advocaat de kosten aan de zijde van [verzoeker] te begroten conform de door [verzoeker] in het geding gebrachte begroting, vermeerderd met de redelijke kosten betreffende de voorbereiding en behandeling van de deelgeschilprocedure. [verzoeker] heeft verzocht om begroting van de kosten van zijn advocaat op basis van een uurtarief van € 225,00 inclusief 5% kantoorkosten, exclusief 21% btw. Anders dan Iriszorg en VvAA menen is dat tarief in deze zaak niet onredelijk hoog.Ter zake van het aantal te begrote uren geldt het volgende. In de rede ligt dat de advocaat van [verzoeker] bij de opstelling van het verzoekschrift heeft kunnen putten uit stukken die zij in een eerder stadium van het geschil heeft vervaardigd. Dat betekent echter op zichzelf niet dat zij daarvoor een onredelijk aantal uren opvoert. Het gaat erom of de gespecificeerde werkzaamheden zien op de behandeling van het verzoek en of ze in redelijkheid verricht konden worden. Iriszorg en VvAA hebben geen concrete aanknopingspunten geboden om daaraan te twijfelen. [verzoeker] heeft de werkzaamheden van zijn advocaat vanaf 3 mei 2013 tot en met de beëindiging van de procedure niet meer gespecificeerd. De kantonrechter zal voor de zitting nog twee uur rekenen, inclusief reistijd. De kosten van de werkzaamheden van de advocaat van [verzoeker] worden dan begroot op € 4.718,09 (€ 225,00 maal 17,33 plus 21% btw). Tezamen met het griffierecht ad € 75,00 zullen de kosten worden begroot op € 4.793,09.Omdat Iriszorg en VvAA aansprakelijk zijn, zullen zij worden veroordeeld tot betaling van deze kosten.

Begrijpelijke uitspraak van de rechtbank aangezien de werkgever in dit geval niet of onvoldoende heeft toegezien op de naleving van de maatregelen. In dat geval heeft de werkgever niet voldaan aan zijn zorgverplichting.