In weerwil van oordeel neuroloog causaal verband tussen whiplashachtige klachten en ongeval aangenomen

rechtbank Rotterdam 27 maart 2013, LJN: BZ5996
Achteropaanrijding 2009, aansprakelijkheid erkend. Whiplashachtige klachten. Volgens de op gezamenlijk verzoek ingeschakelde neurloog (persoon 1) mag persisteren klachten niet aan ongeval worden toegeschreven.
Verzoek Rechtbank
Voor recht te verklaren dat de klachten zoals omschreven in het expertiserapport van [Persoon 1] in juridisch causaal verband staan met het ongeval van 25 februari 2009 en London te veroordelen tot medewerking aan een nader deskundigenonderzoek door een verzekeringsgeneeskundige; subsidiair: London te veroordelen tot medewerking aan een neuro-psychologisch onderzoek. De rechtbank stelt op basis van het rapport van [Persoon 1] vast dat de door [verzoekster] gepresenteerde klachten gekwalificeerd dienen te worden als -kort gezegd- whiplashklachten. Inherent aan dergelijke klachten is dat deze moeilijk objectiveerbaar zijn, omdat bij deze klachten een anatomisch substraat ontbreekt, dat wil zeggen dat de klachten veelal niet aantoonbaar zijn op medisch beeldmateriaal. De medische beoordeling van het bestaan van deze klachten berust daarom vooral op de anamnese van de patiënt.
Uit het rapport blijkt dat [Persoon 1] heeft beschikt over het medisch dossier van [verzoekster] en dat naar zijn oordeel sprake is van een onderlinge samenhang als het gaat om de informatie die is verkregen van [verzoekster], de feiten zoals die uit het medisch dossier naar voren komen en zijn bevindingen bij het onderzoek. Het gaat daarbij om de door [verzoekster] genoemde nek- en hoofdpijn, pijn in de lage rug, duizeligheid, vergeetachtigheid, snelle geïrriteerdheid en snelle vermoeidheid. [verzoekster] heeft deze klachten in de periode na het ongeval steeds benoemd in de contacten met haar (para)medisch behandelaars/bedrijfsarts en zij heeft fysiotherapie ondergaan gericht op het verminderen van deze door haar ervaren klachten. Er is naar het oordeel van de rechtbank sprake van een consistent, consequent en samenhangend patroon van “whiplashachtige” klachten. Verder kan uit de medische gegevens worden afgeleid dat de hiervoor genoemde klachten sinds het ongeval onafgebroken hebben voortgeduurd. Ter zitting heeft [verzoekster] gesteld dat zij sinds het ongeval te maken heeft met (onder meer) beperkingen in haar werk, terwijl voorheen nooit van belemmeringen sprake is geweest.
Mede in aanmerking genomen dat [verzoekster] een kop-staart-botsing is overkomen en dat juist een dergelijk ongeval tot het ontstaan van whiplashklachten kan leiden, heeft [verzoekster] het bestaan van haar klachten voldoende aannemelijk gemaakt. Voor het oordeel dat de klachten niet reëel zijn of zijn ingebeeld, voorgewend of overdreven bestaan onvoldoende aanknopingspunten.
Dat de klachten wellicht mede kunnen worden veroorzaakt door persoonlijke omstandigheden (stress) en/of werkplek en werkhouding doet aan het voorgaande niet af. Immers, voor juridische causaliteit is niet noodzakelijk dat klachten een direct gevolg zijn van het ongeval. Ook klachten die een indirect gevolg zijn van het ongeval en die eventueel mede samenhangen met pre-existente klachten en/of de persoonlijkheidstructuur van het slachtoffer zullen veelal aan de aansprakelijke partij kunnen worden toegerekend. Dit is slechts anders in geval van bijzondere omstandigheden, hetgeen is gesteld noch gebleken.

De rechtbank verklaart voor recht dat de volgende in het expertiserapport van 29 oktober 2012 van de neuroloog [Persoon 1] omschreven klachten van [verzoekster] in juridisch causaal verband staan met het ongeval van 25 februari 2009:
– hoofdpijn gelokaliseerd beiderzijds temporaal, pijn in nek en hals, pijn laag in de rug, – snel vergeten, snel geïrriteerd raken, snel vermoeid raken, – onvermogen langdurig achtereen te blijven zitten en onvermogen langdurig te blijven liggen,
veroordeelt London tot medewerking aan een nader deskundigenonderzoek door een verzekeringsgeneeskundige dat inhoudt de opstelling van een belastbaarheid/beperkingspatroon op basis van voornoemde klachten.

Begroting van en veroordeling van London in de kosten van deze procedure. Het vorenstaande in aanmerking nemende begroot de rechtbank de kosten op een totaalbedrag van € 3.664,08 inclusief BTW en kantooropslag, zijnde 14 uur maal € 261,72 (uurtarief van € 210,- vermeerderd met 3% kantooropslag en 21% BTW).
De rechtbank veroordeelt London tot betaling hiervan.

De rechtbank legt het oordeel van de neuroloog dat persisteren klachten niet aan ongeval mag worden toegerekend naast zich neer. Is dit terecht?