Informatie uit behandelende sector niet beslissend voor causaal verband, benoeming deskundige disproportioneel

LJN: BX5660, Rechtbank Utrecht , 318327 / HA RK 12-28

Wel ontvankelijk. Causaal verband kan niet worden vastgesteld op basis van enkel medische gegevens uit de behandelend sector. Verzoek tot het benoemen van een deskundige valt niet onder bereik 1019w e.v. Rv.

Het verzoek:

  • te bepalen dat de rug- en nekklachten van [verzoeker] in causaal verband staan tot het ongeval
  • aanvullend voorschot van € 8.160,00
  • indien de rechtbank van oordeel is dat voorafgaand aan de beoordeling van het eerstgenoemde verzoek, eerst een neurologische, orthopedische en/of psychiatrische expertise dient plaats te vinden, een deskundige te benoemen
  • openstaande facturen van € 3.474,10
  • de kosten als bedoeld in artikel 1019aa Rv tot en met de indiening van dit verzoekschrift op € 6.719,80 te begroten

De rechtbank:

  • niet kan worden geconcludeerd dat sprake is van causaal verband tussen het ongeval en de nek- en rugklachten van [verzoeker]. Het betreft immers (alleen) medische gegevens uit de behandelend sector
  • Deskundigen moeten in principe benoemd worden in een voorlopig deskundigen onderzoek en de daarvoor bestemde procedure
  • [verzoeker] vraagt vergoeding van de tot aan de onderhavige procedure gemaakt buitengerechtelijke kosten ter hoogte van € 3.474,10. Euro Insurance voert aan dat tot op heden een bedrag van € 3.000,00 aan buitengerechtelijke kosten is vergoed en dat daarmee de buitengerechtelijke kosten die de dubbele redelijkheidstoets kunnen doorstaan ruimschoots zijn vergoed. Hoewel het op zichzelf genomen redelijk is dat [verzoeker], gezien het hem overkomen ongeval, kosten maakt, waaronder kosten van rechtsbijstand is de rechtbank van oordeel dat in verband met de thans nog bestaande onduidelijkheid over het causaal verband en daarmee over de omvang van de eventuele schade, dat Euro Insurance niet gehouden is tot het voldoen van het thans gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke kosten.
  • De door [verzoeker] gestelde kosten van het deelgeschil laten zich qua bestede tijd aan het primaire en subsidiaire verzoek moeilijk scheiden. De rechtbank zal de kosten dan ook begroten op € 2.500,00 waaronder begrepen het door [verzoeker] betaalde griffierecht van € 267,00.

Een poging om een flinke versnelling te bereiken. Bij iemand met klachten en duidelijk pre-existente problemen wordt geprobeerd om ofwel de causaliteit meteen vast te stellen, ofwel dan maar meteen een deskundige benoemt te krijgen, met flinke kostenveroordelingen.
De rechtbank wijst dat eigenlijk allemaal af. Volgens de regelen der kunst is de daarvoor bestaande procedure een deskundigenbericht.
Zou het indienen van twee verzoekschriften, de één voorwaardelijk en met gelijktijdige mondelinge behandeling praktisch zijn geweest?