letsel door val bij achtervolging: werkgever aansprakelijk

rechtbank Groningen sector kanton 11 oktober 2012, LJN: BY4099
Verzoeker is door verweerder 2 uitgeleend aan verweerder 1 en werkzaam als beheerder fietsenstalling. Bij achtervolging van klant die fiets meeneemt zonder betaling stallingsgeld, valt verzoeker met letsel als gevolg. Rechter oordeelt dat werkgever zorgplicht heeft geschonden. Omdat vordering m.b.t. BGK en proceskosten niet is onderbouwd, wordt liquidatiestelstel toegepast. 
Verzoek Rechtbank
Te bepalen dat verweerders hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade van [A] tengevolge van een arbeidsongeval. 6. De kantonrechter is van oordeel dat het ongeval [A] is overkomen in de uitoefening van zijn werkzaamheden. Hij is niet zomaar gaan rennen of voor iets onbelangrijks. De reactie van [A] om een fiets(er) te grijpen die probeert te ontsnappen zonder de verschuldigde € 25,00 stallingsgeld te betalen, is begrijpelijk. Te meer omdat op de zitting is komen vast te staan dat hoofdregel is dat een fiets niet meegaat wanneer het stallingsgeld niet is betaald. Er is daarom ook geen sprake van een huis-, tuin- en keukenongeval. De handelwijze van [A] past bij wat Zinnemers voor Werkpro aan de verzekeraar schrijft: In principe is het de bedoeling dat de klant afrekent. De medewerker heeft niet de instructie om een klant die er van door wil gaan zonder te betalen zonder meer staande ter houden.
7. Niet is komen vast te staan dat en wanneer [A] instructie heeft gekregen in een situatie als de onderhavige de boosdoener te laten lopen. Het zou dan moeten gaan om een instructie om niets te doen. Er is niet gesteld of op een andere manier gebleken dat een dergelijke instructie is herhaald en dat op de naleving is toegezien. In dit verband passeert de kantonrechter het bewijsaanbod van de stichtingen. De stichtingen hebben het mogen leveren van bewijs niet verdiend door onvoldoende stellingname.
8. De kantonrechter stelt vast dat de stichtingen hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade van [A] door het ongeval op grond van artikel 7:658 BW.
Veroordeling van verweerders tot betaling van de buitengerechtelijke kosten en de proceskosten. Bij gebreke van stellingen over buitengerechtelijke kosten en proceskosten zal de kantonrechter die vaststellen op grond van de staffels voor zaken met een onbepaald belang.
Veroordeelt de stichtingen hoofdelijk tot betaling aan [A] van buitengerechtelijke kosten van € 357,00 en proceskosten van € 73,00 voor vastrecht en € 300,00 voor het salaris van de gemachtigde, deze bedragen te vermeerderen met de wettelijke vanaf de 14e dag na heden tot de dag van de betaling.

Als vaststaat dat tijdens werktijd letsel is ontstaan, rust de bewijslast op de werkgever dat aan de zorgplicht is voldaan. Daar lijken verweerders te lichtvaadig over te hebben gedacht.
In letselschadezaken kunnen de werkelijke BGK en deelgeschilprocedurekosten voor vergoeding in aanmerking komen (voor zover aan de dubbele redelijkheidstoets is voldaan). De advocaat van verzoeker heeft dat gemist.