Niet aansprakelijk voor letsel door afsteken vuurwerk

LJN: CA2447, Rechtbank Den Haag , C/09/433823 / HA RK 12-772
Aansprakelijkheid. Afsteken knalvuurwerk tijdens jaarwisseling onder gegeven omstandigheden niet onrechtmatig. Ongelukkige samenloop van omstandigheden. Wel kostenbegroting, geen veroordeling.
Verzoek Rechtbank
 te bepalen dat [A] aansprakelijk is voor de schade van [verzoeker] als gevolg van het voorval op 1 januari 2009;  De rechtbank concludeert, gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen, dat [A] onder de gegeven omstandigheden niet voorzag of behoorde te voorzien dat de mate van waarschijnlijkheid van schade als gevolg van het op de binnenplaats afsteken van vuurwerk zodanig groot was dat hij zich naar maatstaven van zorgvuldigheid daarvan had moeten onthouden. Van onrechtmatig handelen van [A] is geen sprake. De rechtbank kwalificeert dit incident dan ook als een ongelukkige samenloop van omstandigheden, waarvoor [A] niet aansprakelijk kan worden gehouden.
 te bepalen dat Goudse gehouden is het bedrag dat [verzoeker] van [A] ter zake de schade als gevolg van het voorval op 1 januari 2009 te vorderen heeft (rechtstreeks) aan [verzoeker] te voldoen;
 de kosten verbonden aan de indiening en de behandeling van het onderhavige deelgeschilte begroten en (één van) verweerders te veroordelen tot betaling daarvan. De rechtbank neemt, nu op dit punt geen verweer is gevoerd, tot uitgangspunt dat het op zichzelf redelijk is dat aan de zijde van [verzoeker] kosten in verband met het onderhavigedeelgeschil zijn gemaakt.
 overweging in verband met toevoeging  4.19.  Uit artikel 34g van de Wet op de rechtsbijstand volgt dat een toevoeging in beginsel met terugwerkende kracht wordt ingetrokken, indien (a) de rechtszoekende de kosten van rechtsbijstand kan verhalen op een derde, of (b) op het moment van de definitieve afhandeling van de zaak waarvoor die toevoeging was verleend de rechtzoekende als resultaat van die zaak een vordering met betrekking tot een geldsom ter hoogte van tenminste 50% van het heffingvrij vermogen heeft. Niet uit te sluiten is derhalve dat, voor zover aansprakelijkheid alsnog komt vast te staan, de verleende toevoeging zal worden ingetrokken. De omstandigheid dat aan [verzoeker] een toevoeging is verleend, maakt derhalve niet dat een begroting van de kosten achterwege dient te blijven.

4.20.  De rechtbank zal de kosten, conform de opgave van mr. Van Dijk, begroten op een bedrag van € 7.626,18, nu verweerders tegen deze kostenopgave uitdrukkelijk geen bezwaar hebben gemaakt en de aan de zaak bestede tijd en het uurtarief de rechtbank – gezien de aard van de zaak – niet bovenmatig voorkomen.

4.21.  Gelet op de afwijzing van het verzoek van [verzoeker], zal de verzochte kostenveroordeling eveneens worden afgewezen. Ten overvloede merkt de rechtbank op dat het begrote bedrag uitsluitend verschuldigd is indien de aansprakelijkheid van [A] alsnog in rechte komt vast te staan.

De vereisten voor een onrechtmatige daad blijven overeind. Het verrast iets dat geen verweer is gevoerd tegen de omvang van de kosten rechtsbijsatnd. Het aantal genoemde uren is wel erg hoog. Zitten daarbij niet ook de uren voor het getuigenverhoor?