Niet dragen autogordel 15% eigen schuld na billijkheid.

Rechtbank Midden-Nederland 18 oktober 2013
Het rijden onder invloed van alcohol door de bestuurder is de belangrijkste factor geweest voor het ontstaan van het ongeval. Door het niet dragen van een autogordel heeft de gelaedeerde 25% aan het ontstaan van de schade bijgedragen. Toepassing van de billijkheidscorrectie resulteert in een schadevergoedingsplicht voor de aansprakelijke van 85%.
Verzoek Rechtbank
te bepalen dat ASR volledig aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval op 10 juni 2012, dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen percentage; De rechtbank is van oordeel dat [verzoeker ] door het niet dragen van de autogordel voor 25% aan de schade heeft bijgedragen. In dit geval kan het geen gebruikmaken van de autogordel door [verzoeker ] niet (ook) als een verwijtbare fout van [A] worden aangemerkt. Daarbij is van belang dat [verzoeker ] een volwassen man is, die bekend is of kan zijn met het voorschrift een autogordel te dragen en met de ratio van dit voorschrift, het voorkomen of verminderen van letsel bij een ongeval. [verzoeker ] is zelf in het bezit was van een auto, zoals blijkt uit de getuigenverklaringen waarin is opgenomen dat hij, voordat hij met [B] en[A] meereed, de band van zijn auto aan het wisselen was. In de gegeven omstandigheden was het dan ook niet voor de hand liggend dat [A] zou hebben gecontroleerd of [verzoeker ] al of niet gebruik maakte van de autogordel en hem op zijn verplichting zou hebben gewezen.BillijkheidscorrectieDe rechtbank ziet in de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten en vanwege de ernst van het letsel aanleiding toepassing te geven aan de in artikel 6:101 lid 1 gegeven billijkheidscorrectie. Aan dit oordeel ligt ten grondslag dat het rijden onder invloed van alcohol door [A] een zeer ernstig vergrijp is waarbij hij willens en wetens het risico heeft genomen dat hij een ander schade toebrengt. Daartegenover staat de veel minder ernstige fout van [verzoeker ] dat hij zijn gordel niet heeft gedragen. Daarnaast heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat de gevolgen van het ongeval voor [verzoeker ] zeer ernstig zijn. Zijn ledematen zijn alle vier verlamd en hij dient beademd te worden. Voor zijn dagelijkse zorg en al zijn bezigheden is hij blijvend volledig afhankelijk van zorg en hulp van anderen. Op grond van het voorgaande verdeelt de rechtbank de schadevergoedingsplicht als volgt. ASR dient 85% van de schade van [verzoeker ] te vergoeden en [verzoeker ] dient 15% van zijn eigen schade te dragen.
ASR te veroordelen om aan [verzoeker ] te betalen de declaratie van [ongevallenanalist 1] van € 5.168,52; De rechtbank overweegt dat, indien de schadevergoedingsplicht op grond van artikel 6:101 BW evenredig met de mate van eigen schuld van de benadeelde wordt verminderd, ook de verplichting om de in artikel 6:96 lid 2 BW bedoelde kosten te vergoeden in beginsel in dezelfde mate verminderd dient te worden. …. De rechtbank zal daarom bepalen dat ASR een bedrag van € 4.393,25 (85% van € 5.168,52) wegens buitengerechtelijke kosten dient te vergoeden.bepaalt
de kosten van het deelgeschil te begroten als gevorderd en ASR te veroordelen tot betaling van deze kosten De rechtbank zal uitgaan van het door[verzoeker ] genoemde uurtarief, nu ASR de hoogte daarvan niet heeft betwist. Wat betreft de tijdsbesteding is de rechtbank met ASR van mening dat het aantal bestede uren fors is te noemen voor een advocaat die is gespecialiseerd in letselschade. Gelet op de technische discussie die zich tussen partijen heeft ontsponnen en de (aanvullende) deskundigenrapporten van beide partijen betreffende de toedracht van het ongeval en (de gevolgen van) het niet dragen van een autogordel, acht de rechtbank het aantal bestede uren echter wel voldoende onderbouwd en niet onredelijk. De rechtbank zal daarom ook bij de tijdsbesteding uitgaan van het aantal uren als door [verzoeker ] is opgegeven.

Hetgeen hiervoor is overwogen met betrekking tot de beperking van de vergoedingsplicht van de buitengerechtelijke kosten geldt ook voor de kosten van de behandeling van het deelgeschil, nu deze op grond van artikel 1019aa lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) hebben te gelden als kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW.  De rechtbank zal de kosten van het deelgeschil daarom begroten als gevorderd en ASR veroordelen tot vergoeding van een bedrag van € 8.378,26 (85% van € 9.856,78), inclusief BTW, te vermeerderen met een bedrag van € 232,90 (85% van € 274,00) voor griffierecht.

Nu verzoeker in dit geval zelf geen autogordel heeft gedragen , is het niet onbegrijpelijk dat de rechtbank van oordeel is dat verzoeker zelf aan de schade heeft bijgedragen. Bijzonder blijft altijd de billijkheidscorrectie in dit soort zaken. De ernst van het letsel wordt veelal juist bepaald door het feit dat de gordel niet is gedragen.