Ongeval bij opbouw lift, werkgever niet aansprakelijk

rechtbank ‘s-Gravenhage, team kanton locatie Gouda, 13 februari 2013, LJN: BZ2368
Verzoeker is liftmonteur. Bij hijsen is hij door onderdeel van in opbouw zijnde lift geraakt. Werkgever heeft zorgplicht niet geschonden. Kosten begroot, waarbij uren worden gematigd.
Verzoek Rechtbank
Voor recht te verklaren dat Tramétex de op haar rustende zorgplicht uit artikel 7:658 BW heeft geschonden en uit dien hoofde aansprakelijk is voor de letselschade van [verzoeker]. De kantonrechter gaat er evenals de Arbeidsinspectie vanuit dat het ongeval kon gebeuren doordat [verzoeker] zich ten tijde van het hijsen onder de roltrap bevond, een kleine rechthoekige ruimte waar weinig bewegingsvrijheid bestaat en niet in de vrije ruimte.
Naar het oordeel van de kantonrechter wordt bij de uitvoering van werkzaamheden, zeker door een ervaren werknemer, een aanzienlijke mate van oplettendheid verwacht, zeker bij het uitvoeren van hijswerkzaamheden op een – zoals [verzoeker] zelf erkend – uitzonderlijke wijze. De kantonrechter is van oordeel dat [verzoeker] gezien de door hem gevolgde opleidingen (de cursus Basisveiligheid VCA: Hijsen, tillen en dragen) en werkervaring bekend was, althans behoorde te zijn, met het feit dat men zich nooit op, onder of in de baan van een te hijsen last dient te bevinden. Deze instructie/waarschuwing is uitdrukkelijk opgenomen in het cursusmateriaal van de Cursus Basisveiligheid VCA, welke cursus [verzoeker] op 30 januari 2008 met een diploma heeft afgerond. Ook de Arbeidsinspectie oordeelde in haar rapport dat [verzoeker] ten tijde van het ongeval ervaren was en dit wordt ook nog bevestigd door [B.]. Gezien de kennis en werkervaring van [verzoeker], hoefde Tramétex voor aanvang van de onderhavige werkzaamheden niet te waarschuwen dat [verzoeker] niet achter (lees: in de baan van) de te hijsen opbouw mocht gaan staan of in verband daarmee specifieke instructies te geven.
Gezien het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat Tramétex haar zorgplicht uit artikel 7:658 lid 1 BW niet heeft geschonden. De omstandigheid dat de Arbeidsinspectie is overgegaan tot het opleggen van een boete aan Tramétex, maakt dit niet anders, nu de door de Arbeidsinspectie geconstateerde overtreding naar het oordeel van de kantonrechter niet het gevolg is van een schending van de zorgplicht door Tramétex. Het verzoek van [verzoeker] wordt om die reden afgewezen.
De kosten van deze procedure te begroten en Tramétex te veroordelen tot betaling van deze kosten. De kantonrechter komt de hoogte van het uurtarief van mr. Van der Meulen van € 240,– niet onredelijk voor. De kantonrechter is evenwel van oordeel dat de omvang van de gedeclareerde uren gelet op de aard en omvang van de zaak bovenmatig is en zal de uren matigen tot 12 uur tegen een uurtarief van € 240,– per uur, 7% kantoorkosten en 19% BTW, hetgeen uitkomt op een totaal van € 3.667,10. Voor de goede orde zij daarbij opgemerkt dat dit bedrag eerst verschuldigd is indien de aansprakelijkheid van verweerder alsnog in rechte komt vast te staan.

De rechter tilt zwaar aan de eigen verantwoordelijkheid van de werknemer en dat is een goede zaak.