Partijen zijn gebonden aan resultaten expertises; bezwaren tegen rapporten zijn niet voldoende toegelicht.

Rechtbank Den Haag 21 juni 2022
Op 15 mei 2016 is verzoeker als bestuurder van een auto betrokken geraakt bij een achteropaanrijding. Verzoeker stelt dat hij als gevolg van het ongeval nek-, schouder- en hoofdpijnklachten heeft. Omdat de klachten aanhielden, hebben partijen gezamenlijk aan een neuroloog en psychiater gevraagd om een expertiseonderzoek te verrichten. Daarna volgde nog een neuropsychologisch onderzoek. Aegon stelt zich op het standpunt dat het rapport van de neuropsycholoog geen uitgangspunt kan zijn bij de schaderegeling en dat niet van de geduide beperkingen kan worden uitgegaan.
Verzoek Rechtbank
 

Verzoeker verzoekt de rechtbank:

(1) voor recht te verklaren dat de rapportages van de neuropsycholoog en de neuroloog als bindend uitgangspunt gelden voor de vaststelling van de schade;

Omdat de expertises op gezamenlijk verzoek zijn gestart, zijn partijen gebonden aan de uitkomsten van de expertise, tenzij er zwaarwegende en steekhoudende bezwaren bestaan tegen een deskundigenrapport.

Aegon heeft bezwaren tegen het rapport van de neuropsycholoog.

  1. Zo zou er niet uit de testdata volgen dat er sprake is van lichte afwijkingen op het gebied van leren en geheugen.
  2. De resultaten van het onderzoek zouden inconsistent zijn. Dit kan (maar hoeft niet) een afwijzing zijn voor symptoominvaliditeit.
  3. De tests zijn naar het Russisch vertaald en daarbij worden Nederlandse normen toegepast. Dit is ongebruikelijk en onverantwoord.
  4. Het bestaan tegenstrijdigheden in het onderzoek.

Aegon heeft echter onvoldoende duidelijk gemaakt dat de bevindingen van de expertisearts onjuist zijn of niet voldoen aan de eisen van inzichtelijkheid en logica. De rechtbank kan dus niet vaststellen of de bezwaren terecht zijn. Partijen zijn daarom gebonden aan de deskundigenrapporten. Dat geldt ook voor de daarop voortbordurende rapportage van de neuroloog. Het verzoek wordt dus toegewezen.

(2) voor recht te verklaren dat vast staat dat verzoeker als gevolg van het ongeval een accelaratie-deceleratie trauma is ontstaan, met resterende cognitieve klachten tot gevolg; Omdat partijen zijn gebonden aan de conclusies van de neuropsycholoog en de neuroloog, wordt dit verzoek toegewezen.
(3) voor recht te verklaren dat bij verzoeker als gevolg van het ongeval ten minste tot 2017 sprake was van depressieve symptomatologie, wat een substantiële bijdrage heeft gehad op het disfunctioneren; Tussen partijen staat de inhoud van de rapportage van de psychiater niet ter discussie. Daarom wordt er vanuit gegaan dat als gevolg van het ongeval tot in de loop van 2017 sprake is geweest van depressieve symptomatologie, dat een substantiële bijdrage heeft gehad op het disfunctioneren van verzoeker in die periode. De rapportage van de psychiater biedt geen aanknopingspunten voor de stelling van verzoeker dat zijn psychische klachten tot en met ten minste 2017 hebben voortgeduurd.
(4) voor recht te verklaren dat bij verzoeker als gevolg van het ongeval nog sprake is van lichte afwijkingen die en beroep doen op de concentratie, leren en geheugen, waardoor verzoeker in het dagelijks functioneren beperkingen ondervindt; Omdat partijen zijn gebonden aan de conclusies van de neuropsycholoog en de neuroloog, wordt dit verzoek toegewezen.
(5) de kosten van dit deelgeschil te begroten op € 8.131,20 te vermeerderen met griffiekosten,  en Aegon te veroordelen in deze kosten. Verzoeker is uitgegaan van een urenbesteding van 24 uur tegen een uurtarief van € 280,- exclusief btw. De rechtbank is van mening dat verzoeker veel tekst in het verzoekschrift heeft gewijd aan zaken die minder of niet relevant zijn voor de beoordeling van het verzoek. De uren worden daarom gematigd naar 20 uur. Aegon wordt veroordeeld om een bedrag van € 8.077,- (20 x € 280,- + btw en griffierecht) te betalen. Ter zitting wordt afgesproken dat Aegon ook de kosten van de tolk zal betalen.

Wel bezwaren, maar onvoldoende zwaarwegend….