Rechtbank verwijst in bodemprocedure door naar de rechtbank waar eerder deelgeschil heeft gediend.

 Rechtbank Amsterdam 20 december 2017
Bij de rechtbank Den Haag had een deelgeschil gediend, waarbij door de verzekeraar was gevraagd om aanlevering van relevante stukken. Na het indienen van het verzoek werd een bodem procedure aanhangig gemaakt bij een andere rechtbank. Deze laatste rechtbank verwijst de bodemprocedure voor de verdere behandeling naar dezelfde rechtbank als waar het deelgeschil diende.

Uit de parlementaire geschiedenis van artikel 1019x Rv kan worden afgeleid dat de wetgever heeft beoogd dat de verschillende procedures met betrekking tot letsel- en
overlijdensschade worden behandeld door dezelfde rechter. Zo staat in de Memorie van Antwoord (EK 2009-2010, 31 518, C, p. 8) vermeld: “Ingevolge het voorgestelde artikel
1019x, tweede lid, Rv, oordeelt een rechter die over een deelgeschil heeft geoordeeld niet alleen over een volgend deelgeschil in dezelfde zaak, maar ook over een eventuele daarop
volgende bodemprocedure.” In het stelsel van artikel 1019x Rv past dat zaken door dezelfde rechter worden afgedaan, zodat de kennis over de zaak zoveel mogelijk wordt
geconcentreerd. Nu de deelgeschilprocedure en de hoofdzaak dezelfde feitelijke en juridische geschilpunten betreffen, is het om proceseconomische redenen onwenselijk om de
hoofdzaak bij deze rechtbank te behandelen. Immers, de rechter die eerder in het deelgeschil heeft beschikt, heeft zich al in de zaak verdiept. Daarbij komt dat [VERZOEKSTER] in Den Haag woonplaats heeft. In zoverre kan niet worden geoordeeld dat [VERZOEKSTER] door verwijzing van de zaak naar de rechtbank Den Haag in haar belangen wordt geschaad.