Rood licht kwestie, zowel aansprakelijkheid als volledige schade. Toch deelgeschil, vordering afgewezen.

beschikking ktg utrecht 12 okt 2012 827432 UE VERZ 12-875 MAR 4186

LJN: BY0014,Sector kanton Rechtbank Utrecht , 827432 UE VERZ 12-875

Bromfietser te hard rijdend door rood licht. In deelgeschil wordt zowel de aansprakelijkheid (50%) als de totale schadeomvang voor gelegd. Wel deelgeschil, maar verzoek wordt overigens afgewezen.
Verzoek Rechtbank
 [VERZOEKER] verzoekt de kantonrechter het aansprakelijkheidsgeschil dan wel eigen schuld geschil te beslechten door bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad te bepalen dat [VERWEERDER] gehouden is de door [VERZOEKER] geleden (letsel)schade van e 2.464,53 voor 50% te vergoeden en [VERWEERDER] te veroordelen in de kosten van dit geding overeenkomstig artikel 1019a Rv.  De omstandigheid dat een beslissing over de aansprakelijkheid mogelijk tot gevolg heeft dat hetgehele geschil daarmee tot een einde komt waardoor verder onderhandelen en het sluiten van een vaststellingsovereenkomst overbodig wordt, maakt naar het oordeel van de kantonrechter niet dat de verzochte beslissing enkel dáárdoor geen deelgeschil meer zou betreffen en zou moeten worden afgewezen. De kantonrechter acht een dergelijke conclusie bovendien in strijd met de bedoeling van de wetgever, nu het verzoek, zoals hiervoor is overwogen, inhoudelijk beschouwd wel degelijk binnen het bereik van artikel 1019w Rv valt en de wetgever met de deelgeschilprocedure beoogd heeft de afwikkeling van letselschade (buiten rechte) te vereenvoudigen en te versnellen.
Aan het verweer van [VERWEERDER] dat er geen sprake is van een deelgeschil omdat met de beslissing over de aansprakelijkheid ook een beslissing over de omvang van de schade wordt genomen zodat verder onderhandelen overbodig is, gaat de kantonrechter dus voorbij.
Het verwijt dat [VERZOEKER] de automobiliste maakt is dat zij de kruising is opgereden zonder zich ervan te vergewissen dat deze vrij was. [VERWEERDER] heeft dit betwist. Anders dan [VERZOEKER] is de kantonrechter van oordeel dat het enkele feit dat een aanrijding heeft plaatsgevonden tussen [VERZOEKER] en de verzekerde van [VERWEERDER] onvoldoende is om aan te nemen dat de verzekerde van [VERWEERDER] de kruising “dus” onvoorzichtig is opgereden en/of zich er niet van heeft vergewist dat de kruising vrij was. Dit volgt ook niet op die manier uit het arrest van de Hoge Raad van 22 april 2005 (LIN AS2026). In dit arrest is naar het oordeel van de kantonrechter geen rechtsregel vervat die zodanig geïnterpreteerd zou moeten worden. Uit rechtsoverweging 3.4.2. van het arrest blijkt dat het Hof tal van omstandigheden heeft opgesomd op basis waarvan het Hof vervolgens tot de conclusie komt dat het kruisingsvlak onvoorzichtig is opgereden. Een dergelijke feitelijke onderbouwing van het standpunt dat de verzekerde van [VERWEERDER] de kruising onvoorzichtig is opgereden heeft [VERZOEKER] niet gegeven. Dit brengt de kantonrechter tot de slotsom dat de verzekerde van [VERWEERDER] geen verkeersfout valt toe te rekenen.Dit heeft tot gevolg dat, nu vaststaat dat enkel een aan [VERZOEKER] toe te rekenen gedraging, te weten te hard en door rood rijden, heeft bijgedragen aan het ontstaan van het ongeval, en daarmee aan het ontstaan van de schade (de verzekerde van) [VERWEERDER] niet aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval. De kantonrechter zal het verzoek van [VERZOEKER] daarom afwijzen.

In deze kwestie is een volledig (en dus geen deel)geschil voorgelegd. Onder die omstandigheden was een gewone bodemprocedure mogelijk die (ook) meteen helderheid had geschapen. Wij houden dus maar vol dat het deelgeschil niet-ontvankelijk had moeten worden verklaard…