Aansprakelijke dient mee te werken aan stellen nadere vragen aan deskundige

LJN: BZ2041, Rechtbank ‘s-Gravenhage , 422821 / HA RK 12-379
Herniaoperatie met doorschietend operatieinstrument waardoor invaliditeit. Partijen spreken deskundigenonderzoek af. Na concept en na defitiefworden wil één van de partijen nadere vragen stellen, de ander weigert daaraan mee te werken.
Verweerders in redelijkheid gehouden tot het verlenen van medewerking aan het op hun kosten voorleggen van nadere vragen aan de deskundige. Grondslag voor vergoeding buitengerechtelijke kosten ontbreekt.

Verzoek Rechtbank
Medewerking verlenen aan beantwoording van vraagstelling door Elsenburg, onder gehoudenheid van verweerders om de daaraan verbonden kosten voor hun rekening te nemen Nu de rechtbank met [verzoekster] van oordeel is dat de redelijkheid gebiedt dat verweerders dienen mee te werken aan het voorleggen van nadere vragen aan Elsenburg, zal het onder A opgenomen verzoek in zoverre worden toegewezen.Ook de kosten verbonden aan de aanvullende expertise door Elsenburg dienen naar het oordeel van de rechtbank in redelijkheid voor rekening van verweerders te komen.
 buitengerechtelijke kosten (kosten rechtshulp en medische expertise) tot en met (de kosten verbonden aan) beantwoording van de aan Elsenburg voorgelegde nadere vraagstelling  De aansprakelijkheid van verweerders voor de door [verzoekster] geleden letselschade staat zolang de uitkomst van de door Elsenburg nader te verrichten expertise niet duidelijk is, niet vast. Artikel 6:96 lid 2 onder b BW biedt dan ook geen grondslag voor vergoeding van de door [verzoekster] gemaakte buitengerechtelijke kosten.
 vergoeding buitengerechtelijke kosten € 13.461,97, althans € 8.675,78  idem
behandeling van het onderhavige verzoek verbonden kosten De rechtbank zal de kosten (conform verzoek)  begroten op een bedrag van € 3.553,12 (inclusief BTW van 19% tot 1 oktober 2012 en van 21% vanaf 1 oktober 2012). Deze kosten zullen worden vermeerderd met het door [verzoekster] betaalde griffierecht ad € 267,–, zodat het totaal uitkomt op een bedrag van € 3.820,12.In beginsel dient de verwerende partij slechts in de begrote kosten van het deelgeschil te worden veroordeeld als diens aansprakelijkheid voor de door de verzoekende partij geleden schade vast staat. De rechtbank ziet in de onderhavige zaak evenwel aanleiding om de verzochte (hoofdelijke) veroordeling van verweerders in de aan het verzoek verbonden kosten toe te wijzen, ongeacht de vraag of de aansprakelijkheid van verweerders uiteindelijk komt vast te staan. Onder de gegeven omstandigheden is de rechtbank immers van oordeel dat verweerders het voorleggen van aanvullende vragen aan Elsenburg in redelijkheid niet hadden mogen weigeren. Nu deze weigering in overwegende mate de reden is geweest voor de indiening van het verzoek, dienen de hieraan verbonden kosten voor rekening van verweerders te komen.

Met de name de veroordeling van de kosten is wel origineel. Geen vaststaande aansprakelijkheid, maar toch veroordeling in de kosten, eigenlijk omdat de rechtbank vindt dat een partij ten onrechte ‘moeilijk doet’. De vraag is of dat ook ruimte geeft in omgekeerde zin. het komt nog al eens voor dat verzoeken worden afgewezen, soms ook door evidente missers van de verzoeker, maar zelden leidt dat tot een kostenveroordeling van de verzoeker.