Veiligheid, gevaar en toezicht op schoolplein Basisschool ivm putdeksel

Rechtbank Overijssel, 10 juli 2018
Basisschool handelt niet onrechtmatig wat betreft het toezicht op het schoolplein na een ongeluk met een dichtgevallen putdeksel waardoor een leerling zijn pink verloor. Ook qua nazorg handelde de school zoals verwacht mocht worden.

Over de veiligheidsmaatregelen en het gevaar van putdeksels lopen de standpunten van partijen uiteen, maar nadere bewijslevering kan niet in het kader van deze deelgeschilprocedure.

Verzoek Rechtbank
[verzoekers] verzoeken bij beschikking te bepalen dat:

I School en verzekeraar zijn aansprakelijk voor de schade die [zoon verzoekers] heeft geleden en lijdt als gevolg van het ongeluk op 29 mei 2015 te Zwolle;

II Het verzochte onder I en II zal daarom op grond van het bepaalde bij artikel 1019z Rv worden afgewezen.
III De kosten van deze procedure op grond van artikel 6:96 BW dienen te worden vastgesteld conform de opgave die de advocaat van [verzoekers] op de dag voor de zitting aan de rechtbank zal zenden, met veroordeling van verweerders tot betaling aan [verzoekers] van dit bedrag vermeerderd met het vastrecht binnen 14 dagen na het wijzen van de beschikking. De kantonrechter zal deze uren dan ook matigen tot 15, rekening houdend met de relatief beperkte omvang en complexiteit van dit geschil alsmede de relatief geringe omvang van de schade (die [verzoekers] onder de kantongrens van € 25.000,00 begroten). Het uurtarief zal worden vastgesteld op € 200,00.  De gevorderde kantoorkosten van 6% zullen worden afgewezen omdat deze in het uurtarief besloten mogen worden geacht.

Omdat de aansprakelijkheid niet is komen vast te staan, zal de kantonrechter de kosten slechts begroten en niet tevens een veroordeling tot betaling daarvan uitspreken.

‘Verweerders voerden primair aan dat zij menen dat het verzoek van [verzoekers] zich niet leent voor een behandeling in een deelgeschilprocedure omdat ter beslechting van het geschil nadere bewijsvoering nodig is waarvoor in dit deelgeschil geen plaats is. Het is duidelijk dat die beoordeling dat nadere bewijsvoering nodig zou zijn, een juiste was gezien de uitspraak van de kantonrechter.’