Verzoek om periodieke bevoorschotting afgewezen, causaal verband staat onvoldoende vast

Rechtbank Gelderland, 17 april 2018
Verzoekster is van achteren aangereden terwijl stil werd gestaan voor een stoplicht. Verzoekster heeft meerdere klachten aan hoofd, nek, schouder, arm en rug. Ook klachten van slaapproblemen, vermoeidheidsklachten, concentratieproblemen en depressieve klachten. De verzekeringsarts, ingeschakeld door de verzekeraar kan het beloop van de klachten niet vanuit de behandeling of het ongeval verklaren.
Verzoek Rechtbank
(Verzoekster) verzoekt, samengevat weergegeven, de rechtbank, op de voet van 1019w Rv, bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

(1) te bepalen dat ASR gehouden is om de door (verzoekster) geleden en te lijden schade als gevolg van het hem op 21 september 2012 overkomen ongeval periodiek middels adequate bevoorschotting te vergoeden,

(2) ASR te veroordelen tot betaling aan (verzoekster) van een bedrag van € 50.000,00,(…) (verzoekster) geleden en nog te lijden schade, zowel materiële als immateriële, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van indiening van het verzoekschrift tot aan de dag van algehele voldoening,

(1) (2) Causaal verband tussen de gepresenteerde klachten en beperkingen en het ongeval staat nog niet vast. Er is nader onderzoek vereist, omdat ASR omstandigheden heeft aangevoerd die kunnen wijzen op een of meer alternatieve oorzaken voor de klachten van (verzoekster), dan wel wijzen op het bestaan van bepaalde klachten voorafgaand aan het ongeval. Deugdelijke medische informatie ontbreekt om het causaal verband te kunnen beoordelen. De schade laat de schade zich niet, ook niet bij benadering, begroten en kan evenmin worden vastgesteld of (verzoekster) als gevolg van het ongeval (…) materiële en immateriële schade heeft geleden en lijdt, die het reeds betaalde voorschot overschrijdt, zodat ook geen grond bestaat ASR te veroordelen tot een nadere voorschotbetalingen.
(3) te bepalen dat ASR gehouden is alle noodzakelijke maatregelen te treffen c.q. haar medewerking te verlenen,(…), (3) Verzoek is te vaag en onbepaald. Ook niet onderbouwd op welke concrete punten het aan noodzakelijke en verplichte medewerking van ASR zou hebben ontbroken. Verzoek afgewezen.
(4) te beslissen dat ASR gehouden is een voorschot van € 35.000,00 op de buitengerechtelijke kosten te voldoen, (…) (4) Voor de beoordeling van de redelijke kosten is de aard en de omvang van de schade en complexiteit van de zaak van belang. Daarnaast komt betekenis toe aan de verhouding tussen de schade en de kosten, met dien verstande dat ook indien uiteindelijk niet komt vast te staan dat schade is geleden aanspraak op vergoeding van deze kosten kan bestaan. Er is geen enkele nadere toelichting en/of onderbouwing heeft gegeven met betrekking tot de aard en de noodzaak van de door hem verrichte werkzaamheden en daaraan bestede uren. Verzoek afgewezen.
(5) de kosten van behandeling van het deelgeschil op de voet van artikel 1019aa Rv te begroten en ASR te veroordelen dit bedrag, inclusief griffierecht, aan (verzoekster) te voldoen. (5) Van een advocaat, zeker van een advocaat die een specialistentarief hanteert, mag dan worden verwacht dat hij op voorhand inziet dat een verzoek in deelgeschil om een aanvullend voorschot bovenop een reeds betaald substantieel voorschot niet, althans hoogstwaarschijnlijk niet zal kunnen worden toegewezen zonder nadere onderbouwing van causaal verband en schade. Verzoeken sub 1 tot en met 3 onnodig en onterecht ingesteld. Voor sub 4  gaat de rechter uit van 4 uur tegen een verlaagd tarief van € 100,00 per uur. De rechtbank acht daarom een uurtarief van hooguit € 100,00 exclusief 6% kantoorkosten en 21% BTW nog redelijk. De begroting komt dan uit op in totaal een bedrag van € 929,30 (5 uur x € 100,00 x 6% x 21% + € 288,00 griffierecht).

In deze zaak is het causaal verband tussen de gestelde klachten en beperkingen en het ongeval gemotiveerd betwist. Er zijn alternatieve oorzaken aangedragen en dat moet eerst nader onderzocht worden. Verzoek tot bevoorschotting c.q. medewerking onnodig en onterecht ingesteld.