Verzoeker gewond geraakt door een omgevallen snijmachine. Werkgever aansprakelijk

Rechtbank Midden-Nederland
Verzoeker is gewond geraakt bij het verplaatsen van een snijmachine. Werkgever (verweerder) heeft niet aan de zorgplicht voldaan en is aansprakelijk.
Verzoek Rechtbank
In dit deelgeschil verzoekt verzoeker de rechtbank:

(1) dat verweerster aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval.

(Nb. Zijn subsidiaire verzoek dat verweerster wordt veroordeeld om het ongeval te melden bij haar aansprakelijkheidsverzekeraar heeft verzoeker ter zitting ingetrokken, omdat hem na indienen van het verzoek bekend is geworden dat de aansprakelijkheidsverzekeraar van verweerster (AIG) inmiddels bij de afwikkeling van de schade is betrokken).

(2) een voorschot van € 5.000,-.

(1) Het verzoek wordt inhoudelijk behandeld aangezien verzoeker belang heeft bij een uitspraak over de aansprakelijkheid en een uitspraak de onderhandelingen (weer) op gang kan helpen.

Verzoeker was op het moment van het ongeval werkzaam bij verweerster. Verweerster heeft niet aangevoerd dat het ongeval is gebeurd door opzet of bewuste roekeloosheid van verzoeker. Verweerster is daarom in beginsel aansprakelijk voor het ongeval, tenzij verweerster aantoont dat zij voldaan heeft aan de zorgplicht.

De snijmachine staat ‘los’ op vier poten. De rechtbank acht het aannemelijk dat na het verplaatsen van de snijmachine deze niet stabiel stond en dat de machine daarom is omgevallen. Meer duidelijkheid kan niet verkregen worden, omdat er geen getuigen aanwezig waren bij het ongeval en er door verweerster geen onderzoek is gedaan naar het ongeval.

Snijmachines van een dergelijke grootte en gewicht zorgen op zichzelf voor gevaarlijke situaties. Helemaal gezien het feit dat de machines soms verplaatst moeten worden. De werkgever moet erop bedacht zijn dat werknemers soms minder voorzichtig zijn dan wenselijk is. Verweerster is verplicht om maatregelen te nemen en aanwijzingen te geven dat het verplaatsen van de machines door werknemers op een veilige manier gebeurt. Door verweerster is niet aangetoond dat aan de werknemers duidelijke instructies werden gegeven en dat de werknemers werden gewezen op de mogelijke gevaren van het verplaatsen van de machines. Daar komt bij dat een constructie waarbij een machine ‘los’ op poten staat op zichzelf niet een veilige constructie is. Dat de machine bij de RI&E – die overigens dateert van ruim een jaar ná het ongeval – als veilig wordt weergegeven, betekent niet dat de machine ook daadwerkelijk veilig is.

Verweerster heeft niet aan de zorgplicht voldaan, althans dat heeft zij niet aangetoond. Dat verweerster voorschrijft dat een snijmachine door twee gekwalificeerde werknemers verplaats dient te worden doet niet af aan die conclusie.

De kantonrechter ziet geen reden om verweerster nog in de gelegenheid te stellen nader bewijs te leveren.

Gelet op het voorgaande verklaart de rechtbank voor recht dat verweerster aansprakelijk voor het ongeval.

(2) Met inachtneming op de beschikbare stukken in het dossier kan verzoeker aanspraak maken op een schadevergoeding ter hoogte van (tenminste) het door verzoeker gevorderde voorschot. Dat er nog onduidelijkheid bestaat omtrent het causale verband doet hier niets aan af. Het gevorderde voorschot wordt toegewezen.

(3) de kosten van dit deelgeschil op € 3.774,89 (12 uur tegen een uurtarief van € 240,00, vermeerderd met 6% kantoorkosten en 21% btw en € 81,00 griffierecht) te begroten. (3) De kantonrechter is van oordeel dat het gehanteerde uurtarief en het aantal bestede uren redelijk zijn en begroot daarom – overeenkomstig het verzoek – de kosten van het deelgeschil op € 3.774,98.