Verzoeker valt van kamersteiger zonder zijstabilisatoren. Geen gebrekkige zaak, geen aansprakelijkheid

Rechtbank Midden-Nederland, 24 juni 2020
(Verzoeker) valt van gehuurde kamersteiger, geleverd zonder zijstabilisatoren, waarbij hij ernstig enkelletsel oploopt. De rechtbank komt tot het oordeel dat (verweerder sub 1) – de verhuurder – niet aansprakelijk is voor het verhuren van een gebrekkige zaak.
Verzoek Rechtbank
(Verzoeker) verzoekt de rechtbank:

(1) voor recht te verklaren dat (verweerster sub 1) aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval dat (verzoeker) is overkomen en dat Allianz verplicht is om de schade te vergoeden.

Het betreft hier een kamersteiger waarmee, door het opzetstuk, een werkvloerhoogte (platformhoogte) kon worden bereikt van 2 meter. Niet is komen vast te staan dat het platform op een hoogte van 2,5 meter lag. De door (verzoeker) genoemde (Europese) richtlijnen schrijven niets voor m.b.t. het gebruik van zijstabilisatoren vanaf een bepaalde hoogte.

Omdat een specifieke norm ontbreekt, zal de rechtbank beoordelen of de steiger gebrekkig is omdat deze niet voldeed aan verwachtingen die men daarvan redelijkerwijs mocht hebben. Anders dan (verzoeker) is de rechtbank van oordeel dat de gehuurde kamersteiger voldeed aan verwachtingen over wat redelijk is.

Zijstabilisatoren waren niet nodig. Dat volgt uit een vermelding op de website van (verweerster sub 1) zelf, waarop staat “gebruik driehoeksstabilisatoren vanaf 2,5 m”, maar ook uit het A-blad Rolsteigers opgesteld door Volandis, pagina 9: “Als er vanaf een werkvloerhoogte van 2,5 m wordt gewerkt, moeten de stabilisatoren altijd worden gebruikt. Er worden vier stabilisatoren gebruikt, tenzij de opbouwinstructie van de fabrikant anders aangeeft.” De verwijzingen naar diverse websites over (arbeids)veiligheid waar onder andere zou staan dat vanaf 2 meter vloerhoogte stabilisatoren verplicht zijn, vindt de rechtbank daartegenover minder zwaarwegend en daarom in deze zaak niet doorslaggevend.

Uitgaande van een hoogte van in ieder geval minder dan 2,5 meter zijn, gezien de hiervoor genoemde aanbevelingen van Volandis, geen zijstabilisatoren verplicht. Dat wat de rechtbank hiervoor heeft overwogen betekent dat steiger geen gebrekkige zaak is waarvoor (verweerster sub 1) aansprakelijk is.

(2) de kosten van dit deelgeschil te begroten en (verweerster sub 1) en Allianz (hoofdelijk) te veroordelen om dit bedrag, vermeerderd met het griffierecht, aan (verzoeker) te voldoen. De kosten voor dit deelgeschil bedragen volgens (verzoeker) € 6.957,50 (23 uur x € 250,00 plus btw), te vermeerderen met het griffierecht. (Verweerster sub 1) voert verweer voor wat betreft de “nog te besteden tijd” van 8 uur.

De rechtbank oordeelt dat de zaak niet omvangrijk en niet complex is. Het is een beperkt en overzichtelijk deelgeschil. De rechtbank begroot de kosten voor het opstellen van het verzoekschrift € 6.050,00 (20 uren x € 250,00 inclusief btw), te vermeerderen met het griffierecht.

Geen aansprakelijkheid en dus alleen een begroting; geen veroordeling.

De rechtbank gaat aldus niet mee met de stelling dat er sprake is van een gebrekkige steiger, omdat zijstabilisatoren ontbreken. Op basis van de ingebrachte informatie komt de rechtbank tot het oordeel dat zijstabilisatoren niet vereist waren.