Verzoekster valt van betonnen trap. Gemeente niet aansprakelijk.

 

Rechtbank Den Haag 23 juni 2020
Verzoekster is tijdens een wandeling in een bosgebied gevallen. Ze verloor haar evenwicht bij het afdalen van een betonnen trap. Ze stelt de gemeente hiervoor aansprakelijk. Het verzoek wordt afgewezen; de kosten worden begroot.
Verzoek Rechtbank
Verzoekster verzoekt de rechtbank (…),

(1) te verklaren dat de gemeente aansprakelijk is voor de schade als gevolg van het ongeval;

De rechtbank heeft een oordeel gevormd naar aanleiding van een descente. De rechtbank acht de gemeente niet aansprakelijk en noemt de volgende redenen:

  • De treden van de trap zijn stevig, in goede staat en goed begaanbaar. Het is geen “luie” en ook geen “steile” trap.
  • Je kunt een voet recht op de treden plaatsen.
  • Het is mogelijk om de trap zonder bijzondere oplettendheid te bewandelen.
  • Op de traptreden groeit wel onkruid. Dit maakte de trap echter niet gebrekkig. Het kan niet van de gemeente gevraagd worden om de trap helemaal te ontdoen van begroeiing.
  • De gemeente hoefde geen waarschuwingsborden of leuning te plaatsen, omdat er geen sprake is van een bijzondere situatie.
  • Dat er in het hek naast de trap prikkeldraad was gewikkeld (waardoor verzoekster extra zwaar gewond is geraakt) is hoogst ongelukkig, maar maakt de trap niet gebrekkig. De aanwezigheid van prikkeldraad kan de gemeente bovendien niet verweten worden.

De rechtbank gaat ervan uit dat de val het gevolg is van een misstap.

(2) te verklaren dat Achmea (de verzekeraar van de gemeente) is gehouden dekking te verlenen en gehouden is de schade te vergoeden; Dit verzoek wordt afgewezen, omdat de gemeente niet aansprakelijk is.
(3) de gemeente of diens verzekeraar te veroordelen in de kosten die met de behandeling van het verzoek verbonden zijn. Verzoekster heeft haar kosten begroot op 11,3 uur tegen een uurtarief van € 265 exclusief BTW. Verweersters hebben hiertegen geen bezwaar gemaakt. De rechtbank telt hierbij nog 2 uur op voor de descente. De kosten komen dan uit op een bedrag van € 4.345,65. Verweersters hoeven dit alleen te betalen als de aansprakelijk van de gemeente (alsnog) komt vast te staan.