Vordering BGK, verlies arbeidsvermogen en studievertraging afgewezen. Geen bewijs beperkingen, causaliteit en schadeomvang.

rb-mn-12 oktober 2016
Professioneel voetballer, ten tijde van ongeval in april werkeloos. In oktober weer aan de slag bij voetbalclub. Geen objectiveerbare afwijkingen. Allerhande schadeposten gevorderd zonder afdoende bewijs. Vorderingen afgewezen. Kosten begroot op 9 uur werk a 225,–.
Verzoek Rechtbank
 Verlies verdienvermogen: voor recht te verklaren dat bij de bepaling van de omvang van de letselschadevergoeding moet worden aangenomen dat [VERZOEKER] als betaald voetballer zonder ongeval gedurende de periode van juni 2015 tot en met mei 2016 een inkomen had kunnen verwerven van € 2.399,00 netto per maand en de schade uit dien hoofde € 26.338,– bedraagt;  De rechtbank stelt voorop dat de aard van de deelgeschilprocedure met zich brengt dat de deelgeschilrechter zoveel mogelijk uitdrukkelijk en zonder voorbehoud oordeelt. Dit betekent dat op basis van de thans in het geding gebrachte stukken vastgesteld moet kunnen worden dat [VERZOEKER] een aanspraak heeft op schadevergoeding die de reeds door [VERZEKERAAR] betaalde voorschotten (significant) overstijgt. Voor (nadere) bewijslevering is in een deelgeschilprocedure immers in beginsel geen plaats, terwijl het in voorkomend geval ook niet zou gaan om een overzichtelijke, eenvoudige bewijskwestie op grond waarvan de rechtbank aanleiding zou zien op dat uitgangspunt een uitzondering te maken.

Op dit moment bestaat … geen duidelijkheid over de klachten en beperkingen die kunnen worden toegeschreven aan het [VERZOEKER] overkomen ongeval,…. In het verlengde daarvan geldt dat, …, op dit moment ook onvoldoende duidelijkheid bestaat over de omvang van de aan het ongeval toe te rekenen schade, nog daargelaten dat [VERZEKERAAR] de door [VERZOEKER] gesteldeschadeomvang betwist. Het voorgaande betekent dat de rechtbank in dit deelgeschil niet kan vaststellen dat [VERZOEKER] een vorderingsrecht heeft dat het reeds verstrekte voorschot overstijgt. Het verzoek wordt afgewezen.

 Studievertraging: voor recht te verklaren dat [VERZOEKER] zonder ongeval zijn studie zou hebben vervat zodat de omvang van zijn letselschade moet worden bepaald op het normbedrag van de letselschaderaad voor één jaar studieverlies ad€ 19.800,–.;  idem
 voor recht te verklaren dat de overige verschenen schade van [VERZOEKER] € 19.535,64 bedraagt  idem
 BGK voor deelgeschil: E 11.846,51  De verzochte buitengerechtelijke kosten voldoen niet aan de dubbele redelijkheidstoets van artikel 6:96 lid 2 onder b BW. Hoewel het op zichzelf genomen redelijk is dat [VERZOEKER], gezien het hem overkomen ongeval, kosten maakt, waaronder kosten van rechtsbijstand is de rechtbank van oordeel dat in verband met de nog bestaande onduidelijkheid over het causaal verband en daarmee over de omvang van de schade, [VERZEKERAAR] niet gehouden is tot het voldoen van het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke kosten.
 kosten deelgeschil  De met de opstelling van het verzoekschrift en de verdere behandeling van de zaak gemoeide, redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW zullen door de rechtbank dan ook overeenkomstig het voorstel van [VERZEKERAAR] worden begroot op 4 uur voor het opstellen van het verzoekschrift, 2 uur voor voorbereiden en kennisnemen van het verweerschrift en 3 uur voor de mondelinge behandeling inclusief reistijd, in totaal dus op 9 uren x € 225,00 exclusief btw, derhalve op € 2.450,25 inclusief btw

De kern in dit soort zaken blijft de overweging dat schade en causaal verband moet vaststaan, anders heeft een deelgeschil geen nut en zouden dit soort kosten beter bespaard kunnen worden.