Werkgever aansprakelijk omdat werknemer (slachter) niet is geïnstrueerd over gebruik stopknop

Rechtbank Overijssel 25-10-2016
Sprake van een bedrijfsongeval op de slachtbaan van een vleesverwerkingsbedrijf (verweerder) waardoor verzoeker letsel aan zijn linkerarm heeft opgelopen. Het voorval geschiedde in de positie waarbij de borst moest worden doorgezaagd. Verzoeker ontdekte bij het rund een abces aan een voorpoot. Op het moment dat verzoeker deze probeerde weg te snijden, bewoog de transportbaan weer om het rund automatisch te transporteren waardoor werknemer zich in de linker onderarm gesneden heeft. Op de plaats waar verzoeker stond, is een stopknop aanwezig die door de werknemer in werking gesteld kan worden. Verzoeker blijkt geen gebruik te hebben gemaakt van de stopknop. De mogelijkheid om de transportbaan stop te zetten met de stopknop is verzoeker, een persoon met de Hongaarse nationaliteit die de Nederlandse taal onvoldoende beheerst, duidelijk gemaakt door de (Poolse) collega die hem de werkzaamheden heeft geleerd.
Verzoek Rechtbank
Voor recht te verklaren dat verweerder aansprakelijk gehouden moet worden voor de door het litigieuze ongeval bij verzoeker berokkende materiële en immateriële schade, (…) Op verweerder als werkgever rust niet alleen de verplichting om te zorgen voor een veilige werkplek (inclusief geschikte noodstopvoorziening en beschermingsmiddelen) maar ook dat haar werknemers, met inbegrip van uitzendkrachten en tijdelijke arbeidskrachten, voldoende zijn geïnstrueerd en getraind in mesvaardigheid alsmede voldoende zijn voorgelicht omtrent veilig werken met messen. Bij die voorlichting gaat het om onderwerpen als: mesvaardigheid afgestemd op werkpositie, mesgebruik bij verplaatsingen, slijpen en onderhoud van messen, gevaren bij mesgebruik, verplicht gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen en overige werkvoorschriften.

De voorlichting, instructie en begeleiding op het gebied van arbeidsomstandigheden dient goed afgestemd te zijn op de doelgroep en dus ook geschikt voor medewerkers die de Nederlandse taal niet machtig zijn. Zo nodig dient de voorlichting en instructie in een vreemde taal te geschieden. Dat verweerder aan deze verplichtingen heeft voldaan is naar het oordeel van de kantonrechter niet komen vast te staan (…)

Voor zover in de stellingen van verweerder ligt besloten dat het ontbreken van die voorlichting noch de taalbarrière causaal is geweest voor het uitschieten van het mes, volgt de kantonrechter verweerder daarin niet. Niet uit te sluiten valt immers dat als verzoeker een veiligheids- en/of werkinstructie voor het gebruik van het mes zou hebben gehad, toegesneden op zijn werkzaamheden aan de lopende transportbaan en in een voor hem begrijpelijke taal, het ongeval niet zou zijn voorgevallen (…)

Het voorgaande leidt tot de slotsom dat verweerders als werkgever van verzoeker niet heeft voldaan aan de op haar rustende zorgplicht en uit dien hoofde aansprakelijk is voor de gevolgen van het bedrijfsongeval dat verzoeker is overkomen (…)

Verweerder te veroordelen in de volledige kosten van de onderhavige procedure, De kantonrechter zal bepalen dat de volledige proceskosten van verzoeker voor rekening van verweerder komen en zal deze ook begroten. Nu aansprakelijkheid van verweerder is komen vast te staan, zal de kantonrechter verweerder bovendien veroordelen tot betaling van de proceskosten aan verzoeker. Uit een en ander volgt dat de totale proceskosten van verzoeker worden begroot op het bedrag van € 5.121,66.
De vorderingen onder I en II uitvoerbaar bij voorraad te bepalen. De kantonrechter ziet hiervoor geen aanleiding omdat een verklaring voor recht niet vatbaar is voor een uitvoerbaar bij voorraad verklaring en omdat tegen een beschikking op een verzoek inzake een deelgeschil geen hogere voorziening openstaat (art. 1019bb Rv) en het verzoek om vergoeding van proceskosten ook geen geschilpunt is betreffende de materiële rechtsverhouding tussen partijen (art. 1019cc Rv).

Enerzijds heb je het argument van de verzoeker die aangeeft nooit uitleg gehad te hebben over het bestaan en de wijze van gebruik van de stopknop. De vraag is of dat nu verlangd mag worden,,,moet je een werknemer iets uitleggen wat algemeen en internationaal aanvaard is? Anderzijds: de werkgever zegt dat de instructie wel voldoende is gegeven. Leent dat zich niet gewoon voor een bewijsopdracht? Dat zal dan buiten deelgeschil moeten.

Uiteindelijk geeft wellicht dan toch de doorslag dat dit werk (toch) zwaar, smerig en laagbetaald is en dat dan een werkgever maar op moet komen voor een ongelukkig  voorval als dit?