Werkgever aansprakelijk, ook al zijn drie jaar na dato de kwaliteit van de banden en de weersomstandigheden niet meer vast te stellen

Rechtbank Midden-Nederland 4 december 2019
Verzoekster is pizzabezorger als haar een eenzijdig ongeval met de scooter overkomt waarbij hij zij letsel op loopt. Drie jaar na dato stelt zij de werkgever aansprakelijk.
Verzoek Rechtbank
voor recht te verklaren dat de werkgever aansprakelijk is en de schade moet betalen de kantonrechter komt tot het oordeel dat verweerster niet heeft aangetoond dat zij al die maatregelen heeft getroffen die redelijkerwijs nodig waren om het ongeval te voorkomen. Dat achteraf de kwaliteit van de banden en de weersomstandigheden niet meer zijn vast te stellen is daarbij niet doorslaggevend. Het gaat er om dat verweerster niet heeft aangetoond dat zij zich voldoende heeft ingespannen om het gevaar van gladde banden te voorkomen. Het verzoek om voor recht te verklaren dat zij op grond van artikel 7:658 BW aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval op 13 december 2014 zal worden toegewezen.
de kosten voor het deelgeschil te begroten op € 6.477 ex BTW en verweerster te veroordelen tot betaling daarvan

verweerster voert aan dat er geen reden is voor vergoeding van de kosten van het deelgeschil, omdat verzoekster in aanmerking komt voor gesubsidieerde rechtsbijstand. Dat argument gaat niet op volgens de Kantonrechter op grond van artikel 34g onder a van de Wet op de Rechtsbijstand: een toevoeging wordt ingetrokken als de rechtszoekende de kosten van rechtsbijstand kan verhalen op een derde. De aansprakelijkheid is in dit deelgeschil vast komen te staan. De kosten van het deelgeschil komen dus voor haar rekening en niet (via de toevoeging) voor rekening van de Staat.

Over de hoogte zegt de Kantonrechter dat omdat het een beperkt en overzichtelijk deelgeschil is het aantal uren tegen een relatief hoog tarief, zeker waar daar nog 6% kantoorkosten bij wordt opgeteld, daar niet bij past. De rechtbank begroot de redelijke kosten op € 4.600 ex BTW

‘Het verweer van dat de werknemers zelf ook goed moeten opletten en dat zij een andere scooter mogen nemen als ze vinden dat de banden niet voldoen, gaat niet op. De werknemers zijn over het algemeen jongeren, studenten en scholieren, zoals ook [verzoekster] toen haar het ongeval overkwam. Gewone mankementen zoals een kapotte rem of bel zullen zij wel opmerken, maar het gaat te ver om van hen te verwachten dat zij het profiel van de banden controleren én beslissen of het verantwoord is met deze scooter de weg op te gaan. Het feit dat [verweerster] een dergelijke beoordeling aan deze jonge werknemers overlaat duidt er juist op dat zij zich er niet voldoende van bewust was, dat zij als werkgever op dit punt een belangrijke taak had om de veiligheid van haar werknemers te waarborgen.’ Aldus de Kantonrechter