Werkgever is niet aansprakelijk voor het letsel als gevolg van stappen in een kabelgat bij lossen containerschip

Rechtbank Rotterdam 30 oktober 2019
Verzoeker is aan het werk obv een leer-/arbeidsovereenkomst en stapt bij het lossen van een containerschip met koelcontainers in een kabelgat en loopt letsel op. Deze kabelgaten zijn er tbv elektriciteit voor de koeling. Ze zijn niet zo groot dat er ‘doorheen’ gevallen kan worden.
Verzoek Rechtbank
voor recht te verklaren dat de werkgever aansprakelijk is en de schade dient te vergoeden de kantonrechter geeft aan dat er ruime zorgplicht voor de werkgever is, maar dat de vraag of aan de zorgplicht is voldaan afhankelijk is van de omstandigheden, waaronder de aard van de werkzaamheden, de kenbaarheid van het gevaar, de te verwachten oplettendheid van de werknemer en de bezwaarlijkheid van het nemen van maatregelen. Dit getoetst komt de Kantonrechter tot het oordeel dat de werkgever niet te kort is geschoten in zijn zorgplicht. Ook verwerpt zij het beroep op artikel 7:611 BW namelijk dat een verzekering voor de werknemer afgesloten had moeten worden, wat niet het geval is. De grondslag hiervoor ontbreekt, omdat in casu geen sprake is van een werkgerelateerd verkeersongeval. De Kantonrechter wijst de vordering af.
de kosten te begroten op € 8176,58 en verweerder tot betaling te veroordelen. Omdat geen verweer is gevoerd begroot de Kantonrechter zoals gevraagd, maar gaat niet over tot een veroordeling tot betaling nu de aansprakelijkheid niet in rechte vaststaat.

‘De kantonrechter overweegt dat hoewel de verantwoordelijkheid voor een veilige werkplek uiteraard bij de werkgever is gelegen, die hier niet zo ver gaat dat van haar kan worden verlangd dat zij telkens voordat een werknemer een catwalk betreedt voor het uitvoeren van zijn sjorderswerkzaamheden, deze heeft laten controleren op openstaande kabelgaten en op de catwalk liggende kabels en die in het voorkomende geval met, bijvoorbeeld, een gekleurd lintje heeft gemarkeerd.’

‘het werken in paren niet betekent dat er ‘hand-in-hand’ wordt gewerkt. Daaraan verbindt de kantonrechter de conclusie dat het werken in paren het gestelde ongeval niet had kunnen voorkomen omdat die instructie niet met zich brengt dat de collega van verzoeker steeds had kunnen, laat staan moeten, toezien op de wijze waarop hij over de catwalk liep.’