Werkneemster wordt bij binnenkomst van het pand geraakt door elektronische toegangspoortjes. Werkgever is aansprakelijk; niet afdoende instructies

Rechtbank Midden-Nederland, 24 juni 2020
Werkneemster stelt werkgever ex art. 7:658 BW aansprakelijk i.v.m. een arbeidsongeval. De rechtbank gaat mee met de stellingen van werkneemster: schending zorgplicht, in die zin dat in het specifieke geval meer instructie gegeven had moeten worden.
Verzoek Rechtbank
Verzoekster (verzoekt) de rechtbank

(1) voor recht te verklaren dat (verweerster) aansprakelijk is jegens haar en dus gehouden is om haar schade als gevolg van het arbeidsongeval te vergoeden.

Ondanks dat precieze toedracht onduidelijk is, zijn partijen het eens dat het ongeval (verzoekster) is overkomen tijdens de uitoefening van haar werkzaamheden. (Verweerster) is dan aansprakelijk, tenzij…

Allereerst overweegt de kantonrechter dat veel bedrijven gebruik maken van toegangspoortjes. In de regel is zo’n systeem niet heel ingewikkeld en zonder uitgebreide instructie te gebruiken. In het algemeen hoeven daarom aan de zorgplicht van de werkgever op dit punt geen hoge eisen te worden gesteld.

Toch komt de kantonrechter tot het oordeel dat in dit specifieke geval meer instructie had mogen worden verwacht. De kantonrechter oordeelt dat (verweerster) tekort is geschoten in haar zorgplicht. De redenen hiervoor?

  • E-mail van (verzoekster), daags na het ongeval: ‘dit was niet de eerste keer’.
  • Getuigenverklaring van collega: voor het ongeval van (verzoekster) was de collega al eens geraakt door de poortjes.
  • Collega weet daarnaast dat nog iemand anders problemen had met de poortjes.
  • E-mail van (verweerster) aan verzekeraar, waarin staat beschreven dat werknemers de poortjes niet naar behoren gebruiken.
  • Brief van onderhoudsbedrijf aan (verzoekster), waarin staat beschreven dat de problemen met de poortjes kunnen worden toegeschreven aan meerdere oorzaken, waaronder onjuist gebruik door medewerkers.

Conclusie: ook al functioneerden de poortjes t.t.v. het ongeval goed, dan nog ontbrak het kennelijk aan een afdoende instructie.

(2) (verweerster) te veroordelen in de kosten van de procedure, door haar begroot op € 6.000,– inclusief BTW, te vermeerderen met het griffierecht. (verweerster) voert aan dat de kosten voor de procedure worden vergoed door de rechtsbijstandsverzekeraar van (verzoekster), zodat zij ter zake geen schade lijdt.

De kantonrechter kan niet beoordelen of (verzoekster) zoals zij stelt, op grond van polisvoorwaarden gehouden is om kosten te verhalen op (verweerster). De betreffende polisvoorwaarden zijn namelijk niet in het geding gebracht. Onduidelijk is tevens welke vorderingen de rechtsbijstandsverzekeraar heeft op (verweerster) en op welke grond. Verder is ook het subrogatieverbod van belang.

Kortom, geen ruimte voor een kostenbegroting en –veroordeling.

Bovengenoemde uitspraak laat zien dat in een specifiek geval de nodige instructies gegeven dienen te worden door de werkgever, ook al gaat het om iets ‘simpels’ als elektronische toegangspoortjes. Natuurlijk is het wel bijzonder dat de toedracht onduidelijk is. Het is nu aan de (verzoekster) om de schade, ontstaan als gevolg van het ongeval met de poortjes, aan te tonen. Dat zou nog wel eens flinke opgave kunnen worden voor (verzoekster).