Wrakingsverzoek van deelgeschilrechter afgewezen: het betreft gewone regie van de rechtbank.

Rechtbank Gelderland 05-03-2018
De rechtbank legt telefonisch de vraag voor of de deelgeschilroute zou worden gehandhaafd of vervangen zou worden door een bodemprocedure. De verzoeker had al aangegeven dat ruimere behandeltijd genomen moest worden en de suggestie gedaan om een meervoudige kamer bij de zaak te betrekken. De verweerder had op voorhand al aangegeven dat behandeling in een deelgeschil minder passend leek en dat verwijzing naar een bodemprocedure logisch zou zijn. Uit het telefonisch verzoek ontleent de verzoeker vooringenomenheid bij de rechtbank waarna verzocht wordt om wraking.
Verzoek Rechtbank
 Bij telefoongesprek van 15 januari 2018 heeft een medewerker van de rechtbank, namens de rechter, aan verzoeker in overweging gegeven om het verzoek tot het houden van een deelgeschilprocedure in te trekken en om in plaats daarvan een bodemprocedure aanhangig te maken. (Aldus verzoeker) Dit kan volgens verzoeker niet anders uitgelegd worden dan dat de rechter van oordeel is dat verzoeker in de deelgeschilprocedure niet-ontvankelijk is en dus vooringenomen is dan wel dat zij de schijn daartoe heeft gewekt.  Onvoldoende aannemelijk is geworden dat de rechter anders dan enkel om pragmatische redenen de reactie van [bedrijf] (de brief van 5 januari 2018) aan verzoeker heeft willen voorhouden, met daarbij de vraag of dit eventueel aanleiding gaf om te kiezen voor een andere te bewandelen weg. De keuze voor de te bewandelen weg bleef voorbehouden aan verzoeker. Indien de te bewandelen weg volgens verzoeker de deelgeschilprocedure is, zou hij bij de mondelinge behandeling daarvan zijn argumenten omtrent de ontvankelijkheid van het verzoek naar voren hebben kunnen brengen.
 De wrakingskamer wijst het wrakingsverzoek daarom af.

Gegeven het uitgangspunt van verzoeker (waaronder de wens om een meervoudige kamer aan te wijzen) lijkt ook de verzoeker wel overtuigd van enige complexiteit, net zoals kennelijk de verweerder. Desalniettemin bestaat natuurlijk de vrijheid om de kwestie toch in deelgeschil voor te leggen. De rechtbank heeft kennelijk niet bedoeld om die vrijheid te beperken maar slecht geïnformeerd of het verzoek gehandhaafd zou blijven. Dat stukje regie kan niet leiden tot wraking, aldus de wraking.