Zaak te complex: geen deelgeschillen. Deelgeschilprocedurekosten op nihil begroot.

rechtbank Maastricht 24 mei 2011, LJN: BQ5739

Volgens verzoekster heeft in 1996 een onjuiste behandeling plaatsgevonden in het ziekenhuis van verweerster. Zij stelt dat arts is tekortgeschoten in informatieplicht. Verweerster heeft aansprakelijkheid betwist en zich beroepen op verjaring.
De rechtbank overweegt dat voor beoordeling verjaring getuigenbewijs noodzakelijk is. Voor de beoordeling van het al dan niet hebben voldaan aan de informatieplicht is deskundigenbericht en getuigenverhoor noodzakelijk. Voor de beoordeling van de door de arts gestelde diagnose en de beslissing om de betreffende operatie uit te voeren is eveneens deskundigenbericht noodzakelijk. Aangezien het om kostbare en tijdrovende bewijsleveringen gaat, betreft het geen deelgeschillen en wordt verzoekster niet ontvankelijk verklaard. Het verzoek om verweerster te veroordelen tot medewerking aan een deskundigenbericht ter vaststelling van de verdere gevolgen van de operatie kan geen deelgeschil zijn.
Verzoekster wil dat de deelgeschilprocedurekosten worden begroot en dat verweerster wordt veroordeeld in deze kosten. De rechtbank oordeelt dat kostenveroordeling op grond van art. 1019aa Rv niet mogelijk is, de kosten kunnen slechts worden begroot. Omdat verzoekster ten aanzien van de deelgeschillen niet ontvankelijk wordt verklaard, worden de kosten op nihil begroot.

De overweging dat om kostbare en tijdrovende bewijsleveringen gaat had moeten resulteren in afwijzing in plaats van niet ontvankelijkheid.
Voor een geschil inzake geweigerde medewerking aan een deskundigenbericht is de verzoekschriftprocedure bedoeld. De rechtbank kon dus tot niet ontvankelijkheid concluderen. Er wordt echter ook wel anders beslist.  
Art. 1019aa Rv sluit kostenveroordeling niet uit. Voor kostenveroordeling is wel vereist dat de aansprakelijkheid vaststaat. Ondanks afwijzing van deegeschilverzoeken kan begroting (en ingeval van aasprakelijkheid kostenveroordeling) wel mogelijk zijn. De rechtbank zit door de niet ontvankelijkheid in plaats van afwijzing op een ander spoor.