Deelgeschil niet geschikt voor beoordeling van de aansprakelijk i.v.m. een ondeugdelijke inrichting van een kartbaan

Rechtbank Noord-Nederland, 26 augustus 2020
Verzoeker is tijdens de tweede ronde tegen paal gebotst en daarbij letsel opgelopen. Verzoeker heeft de exploitant van de kartbaan aansprakelijk gesteld voor het ontstaan van zijn letsel. In de tussentijd is de kartbaan door brand verwoest. De aansprakelijkheid kan zonder nader onderzoek waarmee de nodige kosten zijn gemoeid niet worden beoordeeld. Verzoek niet geschikt voor behandeling in een deelgeschilprocedure.
Verzoek Rechtbank
Verzoeker verzoekt de rechtbank om

(1)  tussen partijen voor recht te verklaren dat verweerder aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval dat verzoeker op 7 november 2015 is overkomen, en dat verweerder daarom gehouden is de schade van verzoeker te vergoeden.

(1) Het staat niet vast dat er algemene voorwaarden ter hand gesteld. De beperking van de aansprakelijkheid die is opgenomen in de algemene voorwaarden staan niet in de weg aan het aannemen van aansprakelijkheid.

Beoordeling 6:174 in samenhang met 6:181 BW: Rechtbank kan zich geen oordeel vormen of de baan voldeed aan daaraan redelijkerwijs te stellen eisen (verwijzing naar Dijkdoorbraak Wilnis). Er is geen overeenstemming over de afscherming van de paal, de precieze plaats van de paal ten opzichte van de normale rijlijn van de karts en de plaats in of na een al dan niet flauwe bocht. De aard en bestemming van de kartbaan komt een bijzonder gewicht toe. Er worden hoge eisen gesteld aan de maatregelen die getroffen moeten worden om de veiligheid van de gebruikers te waarborgen. Enkele omstandigheid dat verzoeker een ongeval is overkomen is niet voldoende om vast te stellen dat verweerder zijn verplichting niet heeft voldaan.

Beoordeling 6:162 BW, verwijzing naar Kelderluikcriteria. Precieze feitelijke situatie moet worden vastgesteld. Daarna kunnen pas de Kelderluikcriteria worden ingevuld. Welke instructies en welke mate van toezicht nodig zijn, en of het nodig is dat de karts zijn uitgerust met veiligheidsgordels, is immers onder meer afhankelijk van de manier waarop de baan feitelijk is ingericht. Nader onderzoek is nodig. Verzoek leent zich niet voor een deelgeschil.

(2) Verder verzoekt hij de rechtbank de kosten van de procedure te begroten en [verweerder] te veroordelen om aan verzoeker die kosten, en het griffierecht dat verzoeker heeft moeten betalen, te vergoeden. (2) Kostenbegroting deelgeschil € 8.152,93, 25 uur, uurtarief € 245,00 ex btw en 6% kantoorkosten en griffierecht. Geen verweer gevoerd.

Het enkele feit dat verzoeker een ongeval is overkomen tijdens de tweede ronde in de kart is onvoldoende om uit te kunnen gaan van een ondeugdelijke inrichting. Omdat partijen ook nog eens twisten over de inrichting van de baan (en de baan door brand is verwoest) zal daarover ook duidelijkheid moeten komen. Pas daarna kunnen de criteria (Kelderluik of Dijkdoorbraak Wilnis) worden ingevuld.