rechtbank Utrecht 9 februari 2011, LJN: BP5568
De moeder van beide verzoeksters heeft in 2006 hoofdletsel gekregen door val van trap in huis. Op spoedeisende hulp van ziekenhuis (verweerster) is hematoom vastgesteld. Situatie is vervolgens verslechterd. Ernst situatie door verpleegkundigen onderschat, waardoor neuroloog te laat is gewaarschuwd. Die constateert subduraal hematoom, waarna moeder met spoed is overgeplaatst naar ander ziekenhuis. Daar is neurochirugische decompressie uitgevoerd. Geen volledig neurologisch herstel. Cognitieve beperkingen, onvermogen om complexe handelingen uit te voeren, oogstoornissen, halfzijdig verlamd waardoor rolstoelafhankelijk.
De rechtbank oordeelt dat er bij tijdige behandeling een aanzienlijke kans op volledig herstel was. Verweerster is volledig aansprakelijk.
Bij de bepaling van de omvang van de schadevergoeding is het uitgangspunt dat de benadeelde zoveel mogelijk moet worden gebracht in de toestand waarin hij zou hebben verkeerd zonder schadeveroorzakende gebeurtenis. Het gaat daarbij om de omstandigheden van het geval. In bijzondere gevallen kan hierop een uitzondering gelden.
De rechtbank oordeelt dat 24 uur per dag professionele hulp nodig is. Dat een deel van deze hulp door mantelzorgers wordt geboden is voor de schadevergoeding niet relevant. Om moeder te kunnen verzorgen heeft dochter woning verkocht en een andere nog aan te passen woning gekocht. De verbouwingskosten komen wel, de aanschaf van de woning niet voor vergoeding in aanmerking. De rechtbank wijst de gevraagde smartengeldvergoeding van € 100.000,- toe.
Voor wat betreft de kosten van de deelgeschilprocedure heeft verweerster zowel het uurtarief als het aantal uren betwist. De rechtbank begroot het aantal uren voor deze complexe letstelschadekwestie op 26 (71 was opgevoerd) en het uurtarief op € 291,- ecxl. BTW.
In dit deelgeschil gaat het om een groot financieel belang. Dat staat er niet aan in de weg dat de rechter knopen doorhakt.