Rechtbank Rotterdam 1 december 2010, LJN: BO5673
Verzoekster is van achteren aangereden door verzekerde van London Verzekeringen. London heeft aansprakelijkheid erkend.
Tijdens de buitengerechtelijke onderhandelingen is geschil ontstaan over de verlangde verdere tussentijdse vergoeding van buitengerechtelijke kosten, welk geschil in de weg staat aan verdere onderhandelingen. In dit deelgeschil wordt verzocht om vergoeding van ruim € 4.000,= wegens buitengerechtelijke kosten. London had al € 5.000,= betaald.
London betwist dat het om een deelgeschil gaat. Verder stelt London dat het onredelijk is dat zij moet opdraaien voor de kosten die zijn ontstaan doordat verzoekster een andere belangenbehartiger heeft ingeschakeld en dat er een onredelijke verhouding is tussen de omvang van de schade (die volgens London vrijwel nihil is) en de buitengerechtelijke kosten.
De rechtbank oordeelt dat dit verzoek in beginsel geschikt is voor behandeling in deelgeschilprocedure. De rechtbank ziet voldoende mogelijkheden voor partijen om na de beslissing op het verzoek de buitengerechtelijke onderhandelingen voort te zetten. Dat het om een comlexe zaak gaat en dat te verwachten valt dat ook op andere punten geschillen zullen rijzen is niet relevant. De rechtbank merkt hierbij op dat zich mogelijk meerdere deelgeschillen zullen voordoen.
In letselschadezaken is inschakeling van deskundige bijstand al snel noodzakelijk. Als een slachtoffer wil dat de behandeling wordt voortgezet door een andere belangenbehartiger waar hij meer vertrouwen in heeft, komen de daarmee gepaard gaande extra kosten in beginsel voor vergoeding in aanmerking.
Zolang de omvang van de schade niet ongeveer bekend is, komen buitengerechtelijke kosten in beginsel voor tussentijdse vergoeding in aanmerking.
De gevorderde buitengerechtelijke kosten voldoen aan de dubbele redelijkheidstoets en worden volledig toegewezen.
De rechtbank laat de verzekeraar te makkelijk opdraaien voor de kosten die gepaard gaan met het het switchen naar een andere belangenbehartiger. Ons inziens dient een rechter kritischer te kijken naar de reden van switchen.
Ook wat betreft de verhouding tussen schade en buitengerechtelijke kosten gaat de rechtbank erg kort door de bocht.