rechtbank Utrecht (sector kanton) 23 augustus 2012, LJN: BY1855 | |
Verzoeker is tijdens teambuildingachtig bedrijfsuitje betrokken bij speedbootongeval. Meerdere werknemers worden naar ziekenhuis afgevoerd. Werkgever primair o.g.v. art. 7:658 BW, subsidiair o.g.v. art. 7:611 BW aansprakelijk gesteld. Rechtbank acht werkgever aansprakelijk voor gevolgen van door derde georganiseerd teamuitje. | |
Verzoek | Rechtbank |
Te beslissen en voor recht te verklaren dat Randstad jegens [verzoeker] aansprakelijk is voor het ongeval d.d. 27 september 2008 en voor de daaruit voor [verzoeker] voortvloeiende schade; |
|
De kosten voor het opstellen en indienen van het verzoekschrift in deze procedure te begroten op € 3.494,25 inclusief BTW en Randstad te veroordelen tot betaling van dit bedrag aan [verzoeker]De aanvullende werkzaamheden (zoals het bestuderen van het verweerschrift, het voorbereiden van de mondelinge behandeling en het verlenen van rechtsbijstand ter zitting) te begroten op € 3.304,90 inclusief BTW en Randstad te veroordelen tot betaling van dit bedrag aan [verzoeker]. | De kantonrechter dient op grond van artikel 1019aa Rv de kosten van de behandeling van het verzoek aan de zijde van [verzoeker] te begroten en dient daarbij de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking te nemen. Naar het oordeel van de kantonrechter is het redelijk dat [verzoeker] wat betreft deze procedure juridische bijstand heeft ingeroepen en is voldoende onderbouwd hoe de declaratie van de juridische kosten is opgebouwd. De kosten (in het bijzonder het tarief van de gemachtigde van [verzoeker]) en de aan de zaak bestede tijd komen de kantonrechter niet bovenmatig voor. Randstad heeft hiertegen ook geen verweer gevoerd. De kantonrechter begroot deze kosten aan de zijde van [verzoeker] dan ook op € 3.494,25 inclusief BTW voor het opstellen en het indienen van het verzoekschrift in deze procedure en op € 3.304,90 inclusief BTW voor de onder 3.1. genoemde aanvullende werkzaamheden. |
te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 mei 2012 | De gevorderde wettelijke rente wordt afgewezen. Niet gesteld of gebleken is dat [verzoeker] de kosten gemaakt in verband met het indienen van het verzoekschrift (en de behandeling daarvan) reeds daadwerkelijk heeft betaald. |
Eigenlijk niet zo’n heel verrassende uitspraak. We weten al langer dat bedrijfsuitjes voor rekening van de werkgever kunnen komen en zo’n ‘pittig uitje als dit….Wel aardig dat wettelijke rente wordt afgewezen…