Notice: Function _load_textdomain_just_in_time was called incorrectly. Translation loading for the broken-link-checker domain was triggered too early. This is usually an indicator for some code in the plugin or theme running too early. Translations should be loaded at the init action or later. Please see Debugging in WordPress for more information. (This message was added in version 6.7.0.) in /home/p19396/domains/wetdeelgeschillen.info/public_html/wp-includes/functions.php on line 6114
Geen causaal verband, schade niet meer dan € 1.500,– maar wel…volledige vergoeding buitengerechtelijke kosten van € 13.000,–. – Wet Deelgeschillen

Geen causaal verband, schade niet meer dan € 1.500,– maar wel…volledige vergoeding buitengerechtelijke kosten van € 13.000,–.

Beschikking Rechtbank Limburg 14-10-2013 
De gestelde toename van de klachten, is niet aannemelijk of vast te stellen. Dit betekent dat de rechtbank niet toekomt aan de vraag of sprake is van een causaal verband tussen de door betrokkene gestelde toename van klachten en het ongeval op 23 december 2005. De rechtbank acht de omvang van de BGK niet onredelijk waardoor ASR als aansprakelijk gestelde partij de volledige BGK dient te vergoeden.
Verzoek Rechtbank
[VERZOEKER] verzoekt de rechtbank Limburg om voor recht te verklaren dat de toename van de door [VERZOEKER] gestelde klachten en beperkingen, alsmede de daaruit voortvloeiende arbedisongeschiktheid, aan het ongval op 23 december 2005 meot worden toegerekend;  Gelet op de conclusies en bevindingen van de deskundige heeft ASR zich naar het oordeel van de rechtbank terecht op het standpunt gesteld dat niet objectiveerbaar kan worden vastgesteld dat sprake is van een structurele verergering van klachten ten opzichte van de pre-existente situatie. Bovengenoemde door [VERZOEKER] gestelde nekklachten, hoofdpijnklachten en concentratieprobelemen, waarvan hij stelt dat deze het gevolg zijn van het ongeval op 23 december 2005, bestonden immers al in de periode voorafgaand aan dit ongeval. De gestelde toename van deze klachten, is door Verhagen niet geobjectiveerd. Dit betekent dat de rechtbank niet toekomt aan de vraag of er sprake is van een causaal verband tussen de door [VERZOEKER] gestelde toename van klachten en het ongeval op 23 december 2005. Hetgeen partijen hierover hebben aangevoerd, zal daarom onbesproken blijven. Het verzoek, zoals geformuleerd onder I, wordt afgewezen.
 ASR te veroordelen de in het verzoekschrift genoemde kosten buiten rechte volledig aan hem te vergoeden;  De rechtbank is echter van oordeel dat niet gezegd kan worden dat de door de advocaat van [VERZOEKER] in rekening gebrachte bedragen nodeloos en dus niet in redelijkheid zijn gemaakt. Partijen verschillen van mening over de omvang van de schade en de in dat kader door [VERZOEKER] gemaakte kosten. ASR dient als aansprakelijke partij deze kosten te vergoeden, zelfs indien uiteindelijk komt vast te staan dat de door [VERZOEKER] geleden schade beperkt is gebleven tot dat deel dat reeds door ASR is vergoed. Anders dan ASR is de rechtbank dan ook van oordeel dat de omvang van de buitengerechtelijke kosten niet onredelijk is. De rechtbank begroot de buitengerchtelijke kosten aan de zijde van [VERZOEKER] op een bedrag van € 11.285,07.
 ASR te veroordelen de in het verzoekschrift genoemde kosten buiten rechte op basis van voorschot met uurtarfief van € 225,00 (excl. 6% kantoorkosten en excl. btw) volledig aan hem te vergoeden;  Het verzoek van [VERZOEKER] om ASR te veroordelen om ook toekomstige buitengerechtelijke kosten aan hem te voldoen, zal worden afgewezen. Hiertoe wordt overwogen dat op vorhand niet kan worden beoordeeld of deze toekomstige kosten de zogenoemde dubbele redelijkheidstoets kunnen doorstaan.
 ASR te veroordelen tot betaling van de kosten van deze procedure. Zoals blijkt uit productie 72 heeft de advocaat van [VERZOEKER] deze kosten begroot op € 4.492,13 (inclusief btw). Naar het oordeel van de rechtbank kan niet worden gezegd dat deze kosten niet in redelijk zijn gemaakt. De hoogte van deze kosten is evenmin onredelijk ASR zal daarom worden veroordeeld tot betaling van de hiervoor genoemde kosten ad € 4.492,13.

De rechtbank heeft zich begrijpelijk op het standpunt gesteld, dat zij niet toekomt aan de vraag of er sprake is van een causaal verband is tussen de toename van de klachten en het ongeval op 23 december 2005.   Opmerkelijk is de uitspraak wat betreft het de BGK. In het deelgeschil is vast komen te staan dat de door verzoeker geleden schade beperkt is gebleven tot dat deel dat reeds door ASR is vergoed. Toch acht de rechtbank de omvang van de buitengerechtelijek kosten niet onredelijk, en dient ASR als aansprakelijk gestelde partij de volledige buitengerechtelijke kosten te vergoeden. Daarover is wel discussie mogelijk, want is dat dan redelijk in deze omvang?