Rechtbank Amsterdam, 31 mei 2018 | |
Verzoekster ging met haar vriendinnen naar een discotheek. Daar werd haar de toegang geweigerd. Om de hoek van de discotheek is een trapgat, die aan beide zijden is voorzien van een laag stenen muurtje. Verzoekster is op het muurtje gaan zitten. Vervolgens is verzoekster in het trappengat gevallen en heeft daardoor letsel opgelopen. | |
Verzoek | Rechtbank |
(1) Verzoekster verzoekt de aansprakelijkheid van Delta Lloyd vast te stellen voor het ongeval op 30 maart 2012 en | (1) De vraag die moet worden beantwoord is of de opstal gelet op het te verwachten gebruik en ter voorkoming van gevaar deugdelijk is. Het is een feit van algemene bekendheid dat personen die onder invloed van alcohol verkeren in mindere mate oplettendheid betrachten. Verder betreft het hier een (trap)gat van 3 à 4 meter diep dat zich om de hoek van de ingang van deze discotheek bevindt. Dit gat is afgeschermd door middel van een muurtje van ongeveer een meter hoog. Rechtbank kan niet vaststellen dat de verlichting van het trapgat niet goed was.
Het muurtje heeft een afscheidende functie/ waarschuwend effect. Ook een minder oplettend persoon zal bij het zitten begrijpen dat met dat muurtje iets wordt afgescheiden. Het is moeilijk voorstelbaar (…) dat iemand die direct naast het trapgat heeft plaatsgenomen het trapgat niet zou kunnen zien. Geen sprake van gebrekkig opstal. Rechtbank kan niet afleiden welke norm is geschonden doordat de discotheek onvoldoende rustplaatsen in haar omgeving had. Geen aansprakelijkheid op grond van art. 6:162 BW. |
(2) Delta Lloyd te veroordelen tot vergoeding van de integrale kosten van het geding van € 4.286,78. | afgewezen nu er geen aansprakelijkheid is. |
Geen sprake van een gebrekkig opstal. Muurtje dat was geplaatst om een trapgat diende ter afscheiding van het trapgat. Het muurtje om het trapgat had dan ook een waarschuwend effect.