BESCHIKKING AMSTERDAM 21052015 | |
Verzoekster is ongeveer 13 jaar arbeidsongeschikt als haar een ongeval overkomt. Juist op dat moment zou ze arbeidsgeschikt zijn (geworden) en een arbeidsovereenkomst aangegaan zijn. Verzekeraar acht feitelijke gegevens over de pre-existente situatie zinvol, met name over de periode van arbeidsongeschiktheid. Verzoekster meent dat het zonder die gegevens kan. Verzoek afgewezen. | |
Verzoek | Rechtbank |
[VERZOEKSTER] verzoekt de rechtbank (a) te bepalen dat ASR niet gerechtigd is om het complete UWV dossier (verzekeringskundige en arbeidskundige rapporten) en het patiëntenjournaal van de huisarts (waaronder de paramedische en specialistische correspondentie) vanaf 2000 tot heden van [VERZOEKSTER] te ontvangen en te bepalen dat de voorliggende medische informatie zoals ook door verzoekster aan ASR ter beschikking is gesteld, toereikend is om tot schaderegeling te komen |
Op basis van de Medische Paragraaf bij de Gedragscode Behandeling Letselschade (GBL) geldt het beginsel van proportionaliteit, waarmee wordt bedoeld dat de verzekeraar haar belang bij inzage in de medische gegevens moet afwegen tegen de legitieme belangen van de benadeelde, waaronder het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Anders dan [VERZOEKSTER] meent is daaruit echter geen algemeen verbod af te leiden op het opvragen of overleggen van informatie over een periode langer dan twee jaar voorafgaand Een deskundige zal behoefte hebben aan alle relevante (medische) informatie, waarbij de mogelijkheid dat deze over een langere periode dan twee jaar voorafgaand aan het ongeval zal worden opgevraagd reëel is nu ASR onvoldoende gemotiveerd bestreden heeft gesteld dat [VERZOEKSTER] vanaf 2000 door arbeidsongeschiktheid maar in een zeer beperkte periode arbeid heeft verricht. …Tegen deze achtergrond is het verzoek van [VERZOEKSTER] als vermeld onder (a) thans niet toewijsbaar. |
ASR te veroordelen om met [VERZOEKSTER] over te gaan tot vaststelling van haar schade en deze te vergoeden. | ASR betwist niet dat zij aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval en stelt ook bereid te zijn deze te vergoeden. Nu beide partijen voorts inzien dat een nader onafhankelijk deskundigenonderzoek nodig kan zijn voordat de schadeafwikkeling zal zijn afgerond, heeft [VERZOEKSTER] haar belang bij een veroordeling als onder (b) verzocht onvoldoende toegelicht. Ook dit verzoek zal derhalve worden afgewezen. |
de kosten van de deelgeschilprocedure te begroten (c) op € 4.832,83 voor de periode tot en met de indiening van het verzoekschrift |
De rechtbank volgt ASR niet in haar stelling dat het onderhavige verzoek volstrektten onrechte is voorgesteld. Zij zal dan ook over gaan tot begroting van de kosten van [VERZOEKSTER]. De rechtbank ziet geen aanleiding het door de advocaat van [VERZOEKSTER] gehanteerde uurtarief van € 240,00 te matigen. Wel is de rechtbank met ASR van oordeel dat het aantal opgevoerde uren bovenmatig voorkomt. Bij gebreke van een ander aanknopingspunt, zal de rechtbank het in het petitum onder (d) gevorderde bedrag van € 3.500,00 afwijzen en voor de begroting aanknopen bij het onder (c) gevorderde bedrag voor de periode daarvoor (€ 4.832,83), met dien verstande dat daarin alle aan het deelgeschil bestede uren geacht worden te zijn vervat. |
€ 3.500,00 voor de periode daarna tot en met de zitting, en ASR te veroordelen tot betaling daarvan, te vermeerderen met wettelijke rente. | zie hiervoor |
Door deelgeschil vertraging en extra kosten. Dat kan natuurlijk ook… Voordat het deelgeschil bestond lijkt het niet erg aannemelijk dat een advocaat op deze wijze de procedure in zou gaan. Nu “kost het niets”.