Rechtbank Midden-Nederland 5 juni 2015 | |
Bestrijding deskundigenbericht niet afdoende. Arbeidsongeschiktheid wordt niet zondermeer overgenomen. Wel toewijzing smartengeld, kosten rechtsbijstand en (veel) kosten deelgeschil. | |
Verzoek | Rechtbank |
voor recht te verklaren dat de klachten en afwijkingen van [verzoeker] en de daaruit voortvloeiende blijvende beperkingen, zoals door Kappelle weergegeven in zijn rapport van 2 februari 2009, het gevolg zijn van de aanrijding van 23 juni 2005; | Met betrekking tot de onder 1. verzochte verklaring voor recht, inhoudende dat de klachten en afwijkingen van [verzoeker] en de daaruit voortvloeiende blijvende beperkingen, zoals door Kappelle weergegeven in zijn rapport van 2 februari 2009, het gevolg zijn van de aanrijding van 23 juni 2005, overweegt de rechtbank dat die wordt toegewezen. De rechtbank overweegt daartoe dat niet als vaststaand kan worden aangenomen dat een geweldsinwerking onder een bepaald niveau per definitie geen whiplashklachten zou kunnen veroorzaken; een dergelijk uitgangspunt vindt in ieder geval geen basis in het recht. Overigens is ook niet gebleken dat Kappelle niet zou zijn uitgegaan van de specifieke geweldsinwerking ten gevolge van deze specifieke aanrijding waarbij [verzoeker] betrokken was, zodat volgens hem de geweldsinwerking bij die aanrijding voldoende moet zijn geweest om de klachten van [verzoeker] te kunnen veroorzaken. Kappelle heeft zijn verantwoordelijkheid om op basis van zijn deskundigheid [verzoeker] te beoordelen en niet is gebleken dat hij zijn verantwoordelijkheid ter zake heeft veronachtzaamd. Zijn rapport is niet onvoldoende gemotiveerd en hij heeft op alle bezwaren van Amlin gereageerd. De omstandigheid dat Kappelle de opvatting en kritiek van Amlin niet deelt, maakt zijn bevindingen niet onjuist. |
voor recht te verklaren dat voor de vaststelling van de schade wegens verlies van arbeidsvermogen dient te worden uitgegaan van het rapport van [A] van 18 augustus 2010 en van het rapport van [B] van 16 december 2010; | Dat verzoek zal worden afgewezen, omdat [A] en [B] hun rapporten hebben opgesteld ten behoeve van de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van [verzoeker] voor het verzekerde beroep, in het kader van de bij Interpolis afgesloten verzekering ter zake. Amlin heeft er terecht op gewezen dat de beoordelingskaders van beide verzekeringen verschillen, waardoor ten behoeve van Interpolis opgestelde rapporten niet zonder meer kunnen worden gebruikt als uitgangspunt voor de vaststelling van de voor vergoeding door Amlin in aanmerking komende schade. Dat [A] en [B] hun rapporten hebben opgesteld op basis van door Kappelle gerapporteerde beperkingen, maakt het voorgaande niet anders. |
primair : een deskundigenonderzoek te bevelen door [B], teneinde vast te stellen welke arbeidsinkomsten [verzoeker] in de hypothetische situatie zonder ongeval redelijkerwijs tot zijn pensioengerechtigde leeftijd zou hebben ontvangen en welke arbeidsinkomsten hij daadwerkelijk heeft ontvangen en/of daadwerkelijk had kunnen ontvangen, en daarbij te bepalen dat de kosten van dit deskundigenonderzoek voor rekening van Amlin komen, dan welsubsidiair : een deskundigenonderzoek te bevelen door een door de rechtbank te benoemen verzekeringsarts, teneinde op basis van het rapport van Kappelle een beperkingenpatroon vast te stellen, alsmede door een door de rechtbank te benoemen arbeidsdeskundige, teneinde op basis van het door de verzekeringsarts vast te stellen beperkingenpatroon de mate van arbeidsongeschiktheid en het daaruit voortvloeiende verlies van verdienvermogen vast te stellen, en daarbij te bepalen dat de kosten van deze deskundigenonderzoeken voor rekening van Amlin komen; | De rechtbank is met Amlin van oordeel dat voor een deskundigenbericht in een deelgeschil geen plaats is, nu dit naar zijn aard tijdrovend en duur zal zijn. Dat neemt echter niet weg dat beide partijen tijdens de mondelinge behandeling van het verzoek hebben verklaard van mening te zijn dat nieuw deskundigenonderzoek bij kan dragen aan een buitenrechtelijke afdoening. De rechtbank is dat met partijen eens en geeft hen daarom in overweging om daartoe over te gaan, mede gelet op het in deze beschikking gegeven oordeel over de status van het rapport van Kappelle. |
Amlin te veroordelen om binnen twee weken na deze beschikking, als voorschot op het aan [verzoeker] toekomende smartengeld een bedrag van € 15.000,00 aan hem te betalen, door overboeking van dit bedrag op bankrekening [rekeningnummer] ten name van Stichting Beheer Derdengelden Sturkenboom Advocaten te Nieuwegein; | Alle relevante omstandigheden afwegende acht de rechtbank een voorschot van € 7.500,00 redelijk. [verzoeker] heeft tevens verzocht dat betaling van het toe te wijzen bedrag dient te geschieden op de derdengeldrekening van zijn advocaat. |
Amlin te veroordelen om binnen twee weken na deze beschikking, als vergoeding van de door [verzoeker] gemaakte buitengerechtelijke kosten, een bedrag van € 18.505,81 te betalen, door overboeking van dit bedrag op bankrekening [rekeningnummer] ten name van Sturkenboom Advocaten te Nieuwegein; | De rechtbank is voorts van oordeel dat het aantal aan deze zaak bestede uren en het daarvoor in rekening gebrachte (stijgende) uurtarief voornoemde toets kunnen doorstaan, zodat zij geen aanleiding ziet om tot matiging over te gaan. Dat is niet anders ten aanzien van de kosten die waren gemoeid met het voorlopig deskundigenbericht. De rechtbank is van oordeel dat het onderhavige geding ten opzichte van dat voorlopig deskundigenbericht niet kwalificeert als een bodemprocedure, zodat de met dat voorlopig deskundigenbericht gemoeide kosten in het onderhavige geding kunnen worden beschouwd als kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid, zoals bedoeld in artikel 6:96 lid 2 onder b BW |
de kosten ex artikel 1019aa Rv te begroten op € 9.787,78 inclusief BTW en inclusief het verschuldigde griffierecht en Amlin te veroordelen om de begrote kosten binnen twee weken na deze beschikking aan [verzoeker] te betalen, door overboeking van dit bedrag op bankrekening [rekeningnummer] ten name van Sturkenboom Advocaten te Nieuwegein. | Tot slot dient de rechtbank op grond van artikel 1019aa lid 1 Rv de kosten van de procedure te begroten. Ook hiervoor dient de rechtbank de dubbele redelijkheidstoets te hanteren; zowel het inroepen van de rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten moeten redelijk zijn. Het aan het deelgeschil bestede en opgegeven aantal uren is naar het oordeel van de rechtbank in overeenstemming met de omvang en complexiteit van het onderhavige deelgeschil en ook het gehanteerde tarief acht de rechtbank niet bovenmatig. |
Rechtbanken plegen deskundigenrapporten -zeker als ze zelf de deskundige hebben aangesteld- gewoon over te nemen. Geen verrassing wat dit betreft, net zo min als het verrassend is dat een deskundige een eenmaal ingenomen standpunt niet wijzigt. (belief perseverance, zowel deskundigen als advocaten hebben er mee te maken …)
Dat een de stellingen van een partij ter zitting en die van zijn echtgenote door een rechtbank als een soort van bewijs wordt aanvaard is wel wat typisch. Waarom wordt de stelling van de één wel overgenomen en die van de ander niet?
Kosten deelgeschil ver boven de norm. Niet echt goed te bevatten waarom voor deze standaardzaak zo’n bedrag nodig zou zijn .