RB Midden Nederland 14-12-2016 | |
Causaal verband tussen het letsel en het ongeval kan (nog) niet worden vastgesteld; om die reden is er ook te weinig duidelijkheid over de omvang van de aan het ongeval te rekenen schade; verzoek wordt dan ook afgewezen. | |
Verzoek | Rechtbank |
Te beslissen dat verweerder binnen zeven dagen na de datum van deze beschikking aan verzoeker een voorschot betaalt op de schade tot en met 31 juli 2016 van €24.000,-; te beslissen dat verweerder voor de eerste dag van iedere maand, met terugwerkende kracht vanaf 1 augustus 2016, een voorschot betaalt van €2.000,- op het verlies aan verdienvermogen; | Op dit moment is … geenszins het stadium bereikt dat duidelijkheid bestaat over de klachten en de daaruit voortvloeiende beperkingen die kunnen worden toegeschreven aan het verzoeker overkomen ongeval. Nu het causaal verband tussen het letsel en het ongeval (nog) niet kan worden vastgesteld bestaat ook te weinig duidelijkheid over de omvang van de aan het ongeval te rekenen schade.
In dit deelgeschil kan de rechtbank thans niet vaststellen dat verzoeker een vorderingsrecht heeft. Het verzoek wordt dan ook afgewezen. |
Verweerder te veroordelen om ter zake van de openstaande buitengerechtelijke kosten van 23.041,33 aan verzoeker te betalen, alsmede verweerder te veroordelen om de vanaf het opstellen en indienen van onderhavig verzoek te maken (redelijke) buitengerechtelijke kosten te vergoeden die gemaakt worden in verband met de totstandkoming, beoordeling en bespreking van deskundigenonderzoeken; | Naar het oordeel van de rechtbank voldoen de thans gevorderde buitengerechtelijke kosten niet aan de dubbele redelijkheidstoets van artikel 6:96 lid 2 onder b BW. (…), is de rechtbank met verweerder van oordeel dat het niet (meer) redelijk is dat verzoeker al vier verschillende belangenbehartigers in de arm heeft genomen.
Daarom en in verband met de op dit moment nog bestaande onduidelijkheid over het causaal verband en daarmee over de omvang van de schade, is verweerder niet gehouden tot het voldoen van het thans gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke kosten. |
De kosten van de onderhavige procedure te begroten en verweerder te veroordelen tot betaling daarvan, te vermeerderen met het door verzoeker verschuldigde griffierecht. | Verweerder kan zich ermee verenigen indien de kosten worden begroot op 4 uren tegen een uurtarief van €225,- exclusief btw. Bij gebreke van een urenspecificatie van mr. De Witte ziet de rechtbank aanleiding de kosten te begroten overeenkomstig het standpunt van verweerder.
… De rechtbank ziet geen aanleiding verweerder niet ook te veroordelen tot betaling van dit bedrag. |
Het aantal wisselingen in belangenbehartigers en nog onduidelijk causaal verband leidt ertoe dat kosten rechtsbijstand vooralsnog niet als verhaalbaar worden aangemerkt. Niet aangetoonde beperkingen/causaal verband leiden ook tot afwijzing van de primaire vordering: schade als gevolg van verlies van verdienvermogen. Eerst moeten feiten vaststaan, dan pas passen conclusies, ook in deelgeschil.