rechtbank Rotterdam 13 april 2011, LJN: BQ1123
Verzoeker heeft oogarts en oogziekenhuis aansprakelijk (verweerders) gesteld voor fout waardoor zijn gezichtsvermogen is verminderd. Aansprakelijkheid wordt betwist. Verzoeker eist dat een in zijn opdracht uitgebracht deskundigenrapport als uitgangspunt wordt genomen bij de verdere onderhandelingen en dat aan dit rapport de conclusie wordt verbonden dat verweerders aansprakelijk zijn. Verweerders concluderen tot niet ontvankelijkverklaring, althans afwijzing van het verzoek.
Volgens de rechtbank is het enkele feit dat nimmer noemenswaardige onderhandelingen zijn begonnen onvoldoende om te oordelen dat het geen deelgeschil betreft. Juist het feit dat partijen van mening verschillen over de aansprakelijkheid kan een forse drempel zijn voor het op gang komen van onderhandelingen. Om die impasse te doorbreken kan een rechterlijk oordeel en een deelgeschilprocedure een functie vervullen. Er moet eerst meer duidelijkheid over de oogheelkundige problematiek komen voordat een juridisch oordeel over de (eventuele) fout en het causaal verband met de schade kan worden gegeven. Hetgeen partijen in essentie verdeeld houdt is de vraag of het onderhavige rapport als uitgangspunt kan dienen voor de onderhandelingen. Omdat verweerders niet hebben ingestemd met de keuze van de deskundige, geen overleg en geen hoor en wederhoor heeft plaatsgevonden, zijn zij niet gebonden aan het rapport. Om over het geschil te kunnen beslissen is dus instructie vereist in de vorm van deskundigenonderzoek en wellicht nadere bewijsvoering. Het subsidiaire verzoek tot het gelasten van een nader deskundigenonderzoek wordt afgewezen omdat geen vragen zijn voorgesteld, geen namen zijn genoemd en in de deelgeschilprocedure geen volledig debat tussen partijen over over een te gelasten deskundigenonderzoek heeft plaatsgevonden. Van een snelle beslissing zal dus geen sprake kunnen zijn. De rechtbank begroot de kosten van de deelgeschilprocedure op het door verzoeker gespecificeerde bedrag.
De rechtbank zet duidelijk uiteen waarom verweerders in dit geval niet aan het in opdracht van verzoeker uitgebracht deskundigenrapport zijn gebonden en waarom het geen deelgeschil betreft.