Rechtbank Amsterdam 4 april 2019 |
Verzoeker wordt in 2009 aangereden. Dat is net in een fase dat hij met een eigen reparatiebedrijf voor kleine deukjes in auto’s is gestart. In de jaren daarna worden partijen het nooit eens over de inkomensschade van verzoeker omdat hij geen informatie geeft over zijn inkomen voor ongeval. Op enig moment wordt een Arbeidsdeskundige de opdracht gegeven een onderzoek in te stellen naar de re-integratiemogelijkheden van verzoeker en om een re-integratieplan op te stellen. De arbeidsdeskundige doet in zijn rapportage ook uitspraken over het mogelijke verdienvermogen van verzoeker als hij door was gegaan met het reparatiebedrijf. Verzoeker grijpt ruim vier jaren na het afbreken van de onderhandelingen in 2014 door verweerster, deze informatie aan om het deelgeschil te beginnen. |
Verzoek |
Rechtbank |
I te bepalen dat het arbeidsdeskundige rapport bindend is |
De rechtbank is van mening dat omdat uit de rapporten geenszins kan worden afgeleid dat de arbeidsdeskundige door partijen is verzocht om in het kader van schadeafhandeling te berekenen wat het verdienvermogen van verzoeker zou zijn geweest, verzoekster geen enkele aanleiding heeft gehad er van uit te gaan dat verweerster zich aan de uitkomsten gebonden zou (moeten) achten. Dit temeer omdat de rapporten een concrete en toetsbare onderbouwing missen. Het verzochte wordt afgewezen. |
II te bepalen dat een aanvullend voorschot van €400K betaald moet worden |
Nu de rapporten van de AD niet tot uitgangspunt kunnen worden genomen ontbreekt het nog steeds aan informatie over de inkomsten van verzoeker voor ongeval en wat hij met zijn bedrijf had kunnen verdienen. Onder die omstandigheden leent het verzoek voor het aanvullend voorschot zich niet voor behandeling in een deelgeschilprocedure. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat verweerster een aanzienlijk bedrag aan verzoeker heeft betaald in 2014 en verzoeker heeft nagelaten zijn schade op enigerlei wijze te onderbouwen. |
III te bepalen dat een aanvullend voorschot op buitengerechtelijke kosten moet worden betaald |
Het is dus niet mogelijk vast te stellen of het gevorderde voorschot op BGK voldoet aan de dubbele redelijkheidstoets. Het verzochte wordt eveneens afgewezen. |
IV de kosten van het deelgeschil te begroten op €7055 en verweerster tot betaling te veroordelen |
Het standpunt van verweerster was aan verzoeker ruim 4,5 jaren bekend. De rechtbank is van mening dat van ene advocaat gespecialiseerd in letselschade mag worden verwacht dat hij van de correspondentie kennis neemt en op voorhand inziet dat het aanwezige informatie gat zich niet laat dichten door een betwist arbeidsdeskundige rapport. En dat zonder enige onderbouwing van de schade een verzoek om een aanvullend voorschot bovenop een reeds betaald substantieel voorschot hoogstwaarschijnlijk niet zal worden toegewezen. Begroting blijft achterwege. |