Rechtbank Midden-Nederland, 27 maart 2019 | |
Is sprake van een duw of van een klap – met gebalde vuist – in het gezicht van betrokkene. De kantonrechter komt tot het oordeel dat o.b.v. de getuigenverklaringen de versie van (verzoeker) – de klap – niet kan worden aangenomen; in de gegeven omstandigheden geen sprake van onrechtmatig handelen van (verweerder). | |
Verzoek | Rechtbank |
(Verzoeker) verzoekt om voor recht te verklaren dat:
(1) (verweerder) aansprakelijk is voor de val van (verzoeker); |
(Verzoeker) doet in het café mee aan ‘Happy Slapping’: met toestemming, met de vlakke hand een willekeurig iemand in het gezicht slaan. (Verweerder) deed hier niet aan mee; hij heeft (verzoeker) gewaarschuwd om hem niet in het gezicht te slaan. (Verzoeker) doet dit alsnog. De vraag is wat hierna is voorgevallen: heeft (verweerder) gereageerd met een duw of heeft hij (verzoeker) met gebalde vuistslag ‘knock out’ geslagen.
(Verzoeker) baseert zijn stelling op 2 getuigen. (Verweerder) heeft 4 getuigen die stellen dat (verweerder) (verzoeker) een duw heeft gegeven. Er zijn meer getuigen die verklaren dat (verweerder) (verzoeker) heeft geduwd, dan getuigen die verklaren dat (verweerder) (verzoeker) hem een vuistslag heeft gegeven. De kantonrechter acht getuige 6 – eigenaar van het café, zowel (verzoeker) als (verweerder) kent hij al lang en beiden behoren tot zijn vriendengroep – de meeste neutrale getuige. Zijn verhaal – de plaats waar hij was, waarneming, enz. – vindt eveneens ondersteuning in verklaring van andere getuigen; ook getuige 6 stelt dat (verweerder) (verzoeker) een harde duw gaf. Hoewel het duwen van een ander, waardoor deze ten val komt in beginsel een onrechtmatige daad is, is deze reactie zozeer uitgelokt door het gedrag van (verzoeker) dat dit niet onrechtmatig was. Door zelf te beginnen met slaan heeft (verzoeker) inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van (verweerder). Laatstgenoemde heeft niet onrechtmatig gehandeld, zodat niet is voldaan aan de vereisten voor aansprakelijkheid. Dat zou slechts anders zijn als een duw van (verweerder) in geen enkele verhouding stond met de klap die (verzoeker) hem heeft gegeven. |
(2) met begroting van de kosten van het deelgeschil, met veroordeling van de kosten voor (verweerder). | (Verweerder) heeft geen verweer gevoerd tegen de begroting: 28,5 uur x € 235,– = € 8.103,–. De rechtbank zal deze daarom begroten conform de opgave, inclusief BTW en het griffierecht.
Geen aansprakelijkheid; verzoek tot veroordeling van de betaling van de kosten wordt afgewezen. Geen ruimte voor proceskostenveroordeling aan de zijde van (verzoeker); zie art. 289 Rv. |
‘Het geven van een duw is een heel begrijpelijke en natuurlijke reactie op de ergernis die het zogenaamde ‘happy slapping’ door (verzoeker) opriep bij (verweerder)’. “Wie kaatst kan de bal verwachten”, aldus de kantonrechter. Het lijkt wel een (sport- en) spelsituatie…
Een 8-tal personen – (verzoeker), (verweerder) en 6 getuigen – hebben een verklaring afgelegd over het gebeurde, dan wel hebben aangegeven wat er is voorgevallen. De rechter kiest voor een feitelijke beoordeling van de verhalen; getuige 6 acht hij tot de meest neutrale getuige.